‘Eenfaserooier in natte periode niet aan bietenhoop'
Piffet adviseert suikerbietentelers om in natte rooiomstandigheden in met name oktober en november de eenfaserooier de bieten niet aan de hoop te laten lossen, maar de bieten tijdens het rooien op een kipper over te laden. „Zo komt er minder tarra in de hoop terecht. Dit is positief voor de volgteelt op de plek waar de hoop ligt en zorgt bovendien voor minder tarra naar de fabriek.” Piffet gaf zijn advies tijdens de akkerbouwdagen op de Pibo-Campus in Tongeren. Aanleiding voor zijn advies was een kale plek in een bietenperceel (zie foto). Volgens Piffet was dit het gevolg van een bietenhoop die afgelopen najaar juist op deze plek had gelegen en door een bietenmuis was geladen.
Tarra koekt aan
De vijzel die de bieten in de laadbak van de eenfaserooier verdeelt vormt de bron van het probleem, volgens Piffet. „Deze brengt veel tarra in de laadbak bij elkaar. Dit plakt aan elkaar en hoopt zich op. Tijdens het lossen komt deze aangekoekte hoop tarra in de hoop terecht. Bij langere bewaring zorgt dit voor broei in de bietenhoop met een negatief effect op de bietenkwaliteit. De bietenmuis krijgt deze aangekoekte hoeveelheden aarde moeilijk tussen de bieten weg, waardoor het als tarra mee naar de fabriek gaat. Verder zorgt de tarra die de bietenmuis op de laadplaats er wel uithaalt voor grote problemen in de teelt erna. De grote hoeveelheid tarra op deze plaats blijkt funest voor de bodem.”
Bieten overladen
Piffet adviseert de telers om de bieten op het perceel over te laden op een kipper (voorzien van brede banden), die deze vervolgens naar de hoop rijdt. De kosten van deze trekker met chauffeur betalen zich volgens Piffet terug door minder tarra, een betere bietenkwaliteit en een grotere rooicapaciteit door het feit dat de rooier continue kan doorrijden.
Vreemd advies
Loonwerker Ton Vaessen uit Landgraaf vindt het maar een vreemd advies van de Belg Piffet. „Ik denk niet dat mijn klanten dit snel zullen opvolgen. Met het oog op het voorkomen van structuurschade willen zij tijdens de bietenoogst geen trekker met kipper meer op hun veld. Bovendien laat zo’n combinatie diepe sporen achter bij de bietenhoop, met als gevolg dat de mond van de bietenmuis lager moet gaan om de bieten te kunnen laden. Dit resulteert vervolgens in meer tarra. Het klopt wel dat de vijzel zorgt voor versmering in natte rooiomstandigheden op leemhoudende grond. Echter door het aanpassen van de snelheid van onder meer de losband halen we een aanzienlijk deel van deze tarra eruit.”