Syngenta wil meer aandacht voor driftreductie en erfemissies
De medewerker van Syngenta, die vanaf maart in de Benelux over New Farming Technology gaat, deed zijn uitspraken tijdens een demonstratiedag vrijdagmiddag in Ittre (Wallonië). Daar presenteerde de Zwitserse multinational zichzelf samen met kunstmestleverancier ICL.
De demonstratiedag stond vrijwel geheel in het teken van milieuvriendelijk boeren met een minimaal middelengebruik. ‘We kunnen wel proberen om zo veel mogelijk van onze producten te verkopen, maar als we dat doen verliest uiteindelijk elk middel zijn toelating’, legt Vander Linden uit.
Spuitboom lager
Het voorkomen van drift, waar de campagne zich op richt, is volgens Syngenta een relatief gemakkelijke manier om de hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen in het milieu terug te dringen. ‘Wist u dat er 6 keer minder drift is als de spuitboom niet op 80 maar op 50 centimeter wordt afgesteld?’, houdt de Syngenta-medewerker het publiek, vooral Vlaamse journalisten, voor. ‘Dat zal niet in elk gewas mogelijk zijn, maar vaak ook wel.’
In de voorlichtingscampagne vraagt Syngenta daarnaast aandacht voor bijvoorbeeld langzaam rijden en het afvangen van erfemissies. Middelverlies vanaf het erf zou namelijk nog altijd verantwoordelijk zijn voor 50 procent van de in het milieu teruggevonden middelen.
In Frankrijk gaat het bedrijf nog verder. Daar kunnen boeren sinds drie jaar een uitgebreide vragenlijst invullen, legt Vander Linden uit. Deelnemers krijgen vervolgens per onderdeel en score en verbeteradviezen. Zulke initiatieven, zoals de erfemissiescan, bestaan ook in Nederland, maar nieuw is de uitgebreidheid van de lijst. Zo bevat het ook vragen over de ‘sociale relatie’ met buurtbewoners en biodiversiteit. Of deze vragenlijst ook naar Nederland komt, kon het bedrijf nog niet vertellen.
Bewust van positie
Syngenta toont zich bewust van zijn kwetsbare maatschappelijke positie. Op de demonstratieboerderij resoneert met regelmaat de Duitse studie waaruit zou blijken dat 75 procent van de insecten is verdwenen. Er klinkt ergernis over de hardheid van die cijfers en de vlotheid waarmee insecticiden verantwoordelijk worden gesteld zonder duidelijk bewijs, maar het bedrijf wil vooral aantonen dat het hard werkt aan verbetering. Dit jaar is in Nederland bijvoorbeeld zo’n 600 kg aan zaden uitgedeeld om bloemstroken in te zaaien.
Ondertussen laat Syngenta subtiel zien wat de gevolgen van chemie-vrije landbouw zijn. Zo is een klein stukje van een perceel vrijgehouden van herbiciden. De maïs daar is kleiner, kleurt duidelijk minder groen en staat vol onkruid. Iets verderop staat een strook bieten zonder neonix, verschil met de behandelde planten is nog niet te zien, maar dat komt nog wel, oordelen de aanwezigen.
Meer gecontroleerd vrijkomende meststoffen
Meststoffenproducent ICL Specialty Fertilizers, die zichzelf eveneens presenteert op de Waalse proefboerderij, richt zich in Ittre nadrukkelijker op verkoop. De markt voor korrels met membraan, die meststoffen geleidelijk aan afgeeft, groeit volgens Sales Manager Roel Bloemert erg hard. In o.a. Oost-Brabant, waar stikstofbemesting door te veel uitspoeling verder aan banden is gelegd komen de korrels volgens het bedrijf goed tot z’n recht. ‘Wie onze korrels gebruikt, kan met de lagere normen zelfs een hogere opbrengst halen’, rekent Bloemert voor. Bovendien zou de prijs van de korrels door onder meer opschaling flink gedaald zijn.
Toch merkt ook ICL dat organische mest uit de buurt maatschappelijk soms op meer sympathie kan rekenen dan kunstmest gewonnen uit buitenlandse mijnen. Achter de schermen werkt het bedrijf aan nu onder meer aan het terugwinnen van fosfaat uit reststromen. ‘Uiteindelijk komt dat zeker in onze korrels’, vertelt Bloemert. ‘De mineralenkringloop sluit zich nooit helemaal. Minerale meststoffen blijven zeker nodig als aanvulling op organische mest.’
Tekst: Stijn van Gils
Beeld: Fenneke Wiepkema