De juiste groenbemester kiezen is niet eenvoudig
Maar weten we alles wel van onze grond? Voor veel telers bewaart de grond nog vele geheimen en zijn er nog veel zaken die we moeten en willen weten.
Een bouwplan wordt altijd wel over nagedacht, waar komen de aardappelen, bieten, uien en waar komen tussendoor de granen. Maar weten we ook wel goed wat we met deze gewassen bijvoorbeeld afvoeren en aanvoeren aan organische stof, oftewel hoe zit het met de organische stofbalans? Wat geven we eigenlijk terug aan de bodem? Een goedkope en werkzame manier is om deze organische stof zelf te telen in de vorm van een groenbemester, maar welke groenbemester gaan we dan kiezen.
Een ander geheim van onze grond zijn de aaltjes die zich hier bevinden, want in elke grond op elk perceel in ons land komen aaltjes voor. Elke grond bevat miljoenen aaltjes, zowel nuttige als ook de plant parasitaire aaltjes en deze laatste groep geven de problemen in veel gewassen die we telen.
Aan de hand van de grondsoort en de keuze van welk gewassen we hebben geteeld geven op veel percelen deze plant parasitaire aaltjes al problemen. En bij de keuze van gewassen hoort ook de keuze van de groenbemester. Want wordt er bij problemen met aaltjes wel de juiste groenbemester gekozen en als we niet weten of dat er aaltjes zitten kunnen we dan zomaar lukraak een groenbemester of een mengsel van groenbemesters zaaien?
De WUR en het IRS hebben allebei onlangs een duidelijke boodschap hierover naar buiten gebracht. ‘’Wees voorzichtig met mengsels van groenbemesters’’ was de boodschap vorige week van aaltjes specialist Leendert Molendijk op het bodemsymposium in Colijnsplaat georganiseerd door het project Leve(n) de Bodem Want ook al wordt er door verschillende leveranciers van mengsels geclaimd dat mensgels de aaltjes besmetting drukken waarschuwt Molendijk dat je hier heel voorzichtig mee moet zijn. In deze mensgels zit altijd wel een soort die weer een waardplant is voor een van de aaltjessoorten en daardoor zorgt voor vermeerdering van de populatie. Een resistente soort in een mengsel zal dit nooit kunnen compenseren.
Dat betekent dat we soms bij een besmetting met aaltjes ook voor een lastige keuze staan. Want willen we bij een besmetting met meerdere soorten aaltjes de juiste keuze voor een groenbemester maken dan moeten we weten wie onze tegenstander is die we willen bestrijden. Kijk daarom goed naar het bouwplan en welk aaltje geeft dan de meeste schade aan het gewas dat we volgend jaar gaan telen. Pak vervolgens een enkelvoudige groenbemester die het aaltje niet vermeerdert of een resistentie bevat tegen het betreffende aaltje. En dan komt het voor dat we soms de minst slechte keuze moeten maken, want dan zal het ene aaltje worden gereduceerd terwijl het andere aaltje weer zou kunnen vermeerderen. Maar dat is dan voor dat moment de beste keus die er gemaakt kan worden.
Tot slot, weten is meten en betekent in dit geval: zorg dat u weet welke aaltjes er voor komen op uw bedrijf of mogelijk een probleem kunnen geven met het bestaande bouwplan en stem daar de keuze voor een groenbemester op af.
Tekst: Vandinter Semo