Grote gewasbeschermingsproef maakt gebruik van gezonde bodem

De ruime opzet van de geïntegreerde gewasbeschermingsproef kan op het proefbedrijf in Lelystad. Voor goede metingen aan bodem en gewas is ruimte en een langlopende proef een voorwaarde.

Een nieuwe, grote proef rond het thema duurzame gewasbescherming maakt gebruik van bodemgezondheid als één van de basismaatregelen. In de Veldpost van 28 juli geeft teamleider gewasbescherming Marleen Riemens van Wageningen Universiteit en Research uitleg over de proef in Lelystad.

„We willen teeltsystemen ontwikkelen waarin gewasbescherming en onkruidbestrijding gebaseerd is op een combinatie van goed uitgangsmateriaal, een gezonde bodem en een biologisch diverse omgeving”, zegt Riemens.

De sleutel in het onderzoek is de geïntegreerde aanpak. De onderzoekers doen metingen aan bodem en gewas en aan de invloed op de bestuivers. Daarbij zijn precisietechnieken het nieuwe element. Bestrijden van ziekten en plagen doet de groep onderzoekers pas in laatste instantie.

Het onderzoeksveld van maar liefst 18 hectare in Lelystad ligt tegen het biologische onderzoeksbedrijf aan. Een aantal behandelingen met mengteelten en strokenteelt liggen op biologische grond.

Lange tijd nodig

Omdat bodemprocessen traag gaan en vanwege een ruime rotatie zal het onderzoek tijd nemen. „Bovengronds kunnen we al eerder meten. Daar gaan processen sneller dan ondergronds. We hebben voor een achtjarige rotatie gekozen.” Riemens verwacht dat het systeem na de ‘harde reset’ tijd nodig heeft om te herstellen. „Er kan een opbrengstreductie volgen en we kijken welke baat de productie de volgende jaren heeft bij het ‘plus-systeem’.

De 25 mensen die aan het onderzoek meewerken hopen dat er vooral een eerlijk verhaal uit de proef komt, waarbij de maatschappelijke wensen en de vraag van telers om minder afhankelijk te worden van gewasbeschermingsmiddelen recht gedaan wordt.