Ziekteresistentie wordt hét item voor uienrassen
Volgens Frans-Jan van den Berge van Wiskerke Onions is het niet zo moeilijk: de ui van de toekomst is rond, huidvast, hard en lang bewaarbaar en heeft een hoog drogestofgehalte. Ook André Boot van zaadbedrijf Hazera ziet deze eigenschappen als basis voor de ui van nu en de toekomst. „We zijn een exportland, we hebben onze naam van kwaliteitsuien hoog te houden.” Maar Boot wil net als zijn collega Peter Vroegindeweij van De Groot en Slot graag de factor resistentie toevoegen aan dat rijtje. „Uienrassen gaan straks steeds meer op bietenrassen lijken: er worden meerdere resistenties ingekweekt tegen onder meer Fusarium, meeldauw, aaltjes. De teler kan kiezen welk pakket hij nodig heeft op zijn grond”, meent Boot. Ook Jaap D’Hont van het gelijknamige akkerbouw- en uiensorteerbedrijf in Groede (ZL) ziet ziekteresistentie als belangrijkste raseigenschap voor de toekomst, naast de bekende eigenschappen voor kwaliteit, zoals huidvastheid en hardheid. „Toenemende druk van onder meer Fusarium en meeldauw in combinatie met het wegvallen van gewasbeschermingsmiddelen gaat steeds meer problemen opleveren.”
'Bepaalde gebieden zijn uitgeboerd'
Fusarium wordt een steeds groter probleem, verwachten allen. „De druk neemt behoorlijk toe. Vroeger zat het alleen in bepaalde teeltgebieden, nu vind je het op veel meer plekken. De problemen zijn al zo groot dat je daar misschien geen uien meer kunt telen”, meent D’Hont. Van den Berge vult hem aan: „Als je jaar op jaar problemen hebt met Fusarium moet je misschien stoppen met het telen van uien op dat perceel.” Bepaalde gebieden zijn uitgeboerd”, zegt Boot stellig. „Daar zijn al zoveel uien geteeld dat het daar nu niet meer gaat. Daar moet je echt geen uien meer zetten.” Ziekten en plagen horen er nu eenmaal bij, en die vragen de teler om keuzes te maken, vindt Van den Berge.
Lees dit en andere artikelen over de Uiendag in het vakblad Akkerwijzer van augustus