Voorzichtig met GLB-mengsels
Geen aaltjestrekkers
Jongenelen adviseert telers kritisch te kijken naar de mengsels. Hij signaleert een wildgroei met soms wel zes tot acht verschillende soorten groenbemesters in één mengsel. ‘Daar zitten vaak gewassen tussen die juist schadelijke aaltjes aantrekken en vermeerderen.
Daarnaast berust het verhaal van verschillende worteldiepten maar ten delen op waarheid. Als men 8 verschillende soorten mengt zullen er uiteindelijk maar 3 tot 4 tot volledige wasdom komen. De anderen worden weggeconcurreerd. Door te kiezen voor bijvoorbeeld bladrammenas zal dit gewas, bij de juiste zaaidichtheid, een volledige bewortelbare bouwvoor leveren tot max 2 meter diepte. Daar heb je geen 8 verschillende soorten voor nodig.’
Elkaar versterken
Joordens Zaden focust samen met Limagrain liever op groenbemestermengsels met twee of maximaal drie soorten, die elkaar versterken in hun primaire teeltdoel; het voorkomen dat schadelijke bodemorganismen de overhand krijgen middels nematode resistente soorten. Het alleen opbouwen van niet schadelijke bodemorganismen is onvoldoende gebleken. Zeker in natte (oogst) jaren wordt het effect van positieve aaltjes snel teniet gedaan.
Totaalplan
Jongenelen beveelt een totaalaanpak aan. 'Wij adviseren telers eerst kennis te vergaren. Weet wat er leeft in je grond, neem monsters. Kijk naar je grondsoort, de rotatie, de perceelshistorie. En stel prioriteiten: wil je vooral aaltjes bestrijden of organische stof toevoegen? Zo kom je stap voor stap tot een plan. Op basis daarvan kun je veel gerichter het best passende groenbemestingsmengsel kiezen.'
Tekst: LG