Column: Virusvrij pootgoed
Het vroege voorjaar heeft er voor gezorgd dat de eerste luizen al weer zijn gevonden. Maar wie maakt zich tegenwoordig nog druk om een virus? Hoewel een aantal percelen binnenkort het loof zullen sluiten, duurt het nog wel even voordat de keuring van het pootgoed begint. De NAK maakt geen haast, want de verantwoordelijkheid ligt bij de telers.
Maar wat te doen als de telers hier toch wat te gemakkelijk mee omgaan? Een jong gewas groeit snel en al gauw worden kleine, minder snelgroeiende planten door Rhizoctonia, bacterieziek of een virus vanaf de selectiekar niet meer opgemerkt. Een gering viruspercentage lijkt van ondergeschikt belang te zijn. Toch kan een geringe infectie in onze pootgoedpercelen van grote invloed zijn op het uiteindelijke resultaat van de nateelt in het buitenland.
Met name YNTN kan onder druk van veel virusoverbrengende luizen aanzienlijke schade geven. Partijen met tussen de 20 en 40 procent groeischeuren, veroorzaakt door het agressieve YNTN virus, komen jammergenoeg ook voor in uit Nederland afkomstig pootgoed. Een aspect dat we niet uit het oog mogen verliezen.
Tekst: Jacob Eising