Column: Duurzaamheid lastige indicator

Tien jaar geleden hebben Nestlé, Danone en Unilever het 'Sustainable Agriculture Initiative' Platform opgericht. Nu zijn tientallen bedrijven lid. Het is uiteindelijk de bedoeling om duurzaamheid –net als voedselveiligheid nu– pre-competitief te maken.
Bedrijven koketteren nu nog graag met een groen imago. Normen voor voedselveiligheid zijn gemakkelijk vast te stellen; niet meer dan zoveel ppm nitraat in drinkwater en geen glassplinters in babyvoeding.
Voor duurzaamheid is dat echter een stuk lastiger. Principes benoemen gaat nog wel. Zoals de teelt mag de omgeving zo min mogelijk vervuilen en dat verder invullen met criteria: beperkte CO2-productie, geen verzouting en verdroging. Indicatoren erbij zoeken zoals niet meer water onttrekken dan wordt aangevuld, of beregening moet optimaal plaatsvinden is al lastiger.
Echt lastig is het vaststellen van normen. Een norm kan zijn 'niet meer dan 100 kuub water per hectare per seizoen' of 'een liter water levert minimaal 7 g aardappel'. Maar welke indicatoren stelt men op en welke duurzaamheidswaarden –normen– hangt men eraan? En hoe divers maakt men het met andere normen in natte dan wel in droge streken? En wie stelt dat allemaal vast, overheden, consumentenbonden of bedrijven?
Indicatoren bedenken en meten blijkt een stuk gemakkelijker dan het eens worden over gewenste waarden en het zal nog veel 'gepolder' vergen voordat 'voldoet aan alle duurzaamheidnormen' op de verpakking staat.
Anton Haverkort is professor aan de Universiteit van Pretoria Zuid Afrika en onderzoeker bij PRI-Agro Wageningen Universiteit.
Voor duurzaamheid is dat echter een stuk lastiger. Principes benoemen gaat nog wel. Zoals de teelt mag de omgeving zo min mogelijk vervuilen en dat verder invullen met criteria: beperkte CO2-productie, geen verzouting en verdroging. Indicatoren erbij zoeken zoals niet meer water onttrekken dan wordt aangevuld, of beregening moet optimaal plaatsvinden is al lastiger.
Echt lastig is het vaststellen van normen. Een norm kan zijn 'niet meer dan 100 kuub water per hectare per seizoen' of 'een liter water levert minimaal 7 g aardappel'. Maar welke indicatoren stelt men op en welke duurzaamheidswaarden –normen– hangt men eraan? En hoe divers maakt men het met andere normen in natte dan wel in droge streken? En wie stelt dat allemaal vast, overheden, consumentenbonden of bedrijven?
Indicatoren bedenken en meten blijkt een stuk gemakkelijker dan het eens worden over gewenste waarden en het zal nog veel 'gepolder' vergen voordat 'voldoet aan alle duurzaamheidnormen' op de verpakking staat.
Anton Haverkort is professor aan de Universiteit van Pretoria Zuid Afrika en onderzoeker bij PRI-Agro Wageningen Universiteit.
Tekst: Anton Haverkort