Column: Beet Europe: waarom een succes?

Meestal is een technische beurs aanbodgericht met veel marketing eromheen om u te vertellen ‘wat ons apparaat allemaal kan’. Daarvoor betaal je een flinke toegangsprijs en betalen de deelnemers fors mee. Hoe anders is dit bij Beet Europe. Daar gaat het om de bezoekers het waarom te tonen achter de nieuwste ontwikkelingen en trends: willen leveren van perfect rooiwerk. En dus niet direct om verkoop of winst voor de organisatoren; de toegang is vrij.
Vakinformatie, testen en demonstraties in het veld zijn zeer gewild. Met alle kansen voor netwerken en eigen oriëntatie. Je kunt met eigen ogen aanschouwen wat er tegenwoordig mogelijk is.
Fabrikanten werken graag mee vanwege de relatief lage kosten, een zeer geïnteresseerd en vakkundig publiek en de activiteiten rondom het evenement. Vooral om niet gezien te worden als financiers van de organisator, maar juist als serieuze gezamenlijke aanbieders van materiaal waar de gebruikers mee vooruit kunnen. Het waarom achter de nieuwste aanpassingen kwam volop in beeld: oogsten met minder verliezen, met lagere bodemdruk en voor een betere bewaring.
Al bij de eerste editie van Beet Europe, in 2010 in Lelystad, zag je de eerste wereldprimeur. In Seligenstadt waren het er al weer meer. Twee geheel nieuwe rooiers demonstreerden hun kunnen voor het eerst in het veld. Twee trends vielen mij op: preciezer koppen bij minstens vier fabrikanten. En het gebruik van betere banden en rupswielen om de bodemdruk bij bietenrooiers te verlagen. Dit zonder schreeuwerige reclame. De nieuwe systemen hadden in een aantal gevallen nog niet eens een naam. Toch werden ze al ingezet bij de rooiertest. Voor mij een bewijs dat de betreffende fabrikanten alle vertrouwen hebben in de goede werking van hun vernieuwingen.
Op de volgende edities van Beet Europe moeten we nog een tijd wachten: 2014 in Polen en 2016 in Frankrijk. Bij een ongewijzigd concept worden dat vast opnieuw goede en nuttige evenementen.
Tekst: Frans Tijink