Column: Koninklijke snelheid?

Op 30 april kregen we een nieuwe koning. Knap hoe soepel dat allemaal verliep en hoe snel geregeld. Dat lukte allemaal in drie maanden tijd.
Hoe anders loopt dat bij de afbouw van de productschappen. De minister en staatsecretaris informeerden op 1 mei de Kamer over de voortgang. Nog veel te regelen voor 1 januari 2014. De aandacht gaat vooral uit naar wat de overheid moet regelen. Dat gaat niet echt snel.
Ik mis nog meer vaart in wat het bedrijfsleven zelf moet regelen. In de brief aan de kamer wijst het ministerie terecht op de private bijdrage aan onderzoek en innovatie. De sector is hier aan zet. Hoe gaat het verder met Kennisakker.nl, de site waar resultaten staan van collectief gefinancierd onderzoek? Hoe wordt vanaf 2014 onderzoek in bedrijfsverband geprogrammeerd en gefinancierd? Of voor specifieke knelpunten in bijvoorbeeld de pootgoedteelt? Wie gaat de inzet voor een effectief middelenpakket voor kleine teelten coördineren?
Mijn grootste zorg is dat de discussie er vooral over gaat of de sectoren blijven meebetalen aan bijvoorbeeld het rassenonderzoek. En onvoldoende over behoud van deskundige mensen en kennis. Opbouw van echte deskundigheid kost veel tijd, pakweg 10.000 uur. Dat gooi je toch niet zo maar weg? Regelen van wat er echt toe doet, zou daarom best net zo snel en goed mogen als bij de wisseling van het koningschap.
Frans Tijink, directeur IRS
Tekst: Frans Tijink