Column: Veiligheid, techniek en een pilsje
De sproeimiddelen worden steeds geconcentreerder, agressiever en gevaarlijker. De instructeur wees op de toename van huidziektes. Hij liet ook zien dat na een goede wasbeurt van de handen met water en zeep dat goedje nog niet was verwijderd. Die blikken sputteren ook weleens, maar de oplossing is op komst.
Hij had een vulplug bij zich die je bovenop de tank moet bevestigen. Vervolgens een vijftal adapters dat op verschillende soorten schroefdraad en openingen van de sproeiblikken past, en dan een stelsel van kranen, schuifjes en klepjes dat in de goede volgorde open en dicht moet. Helemaal als het blik maar half leeg moet. Zo komt er geen sputtertje meer op je lichaam, zei de goedbedoelende docent.
Hoezo veiliger! Wat is er veilig aan dat je met een vol blik sproeistof bovenop de sproeimachine moet klimmen. Er is een halve korf met adapters voor verschillende fusten nodig. Zoeken tot je de goede hebt. Kranenstelsel open en dicht. Blik op de kop en dat hele fabriekje met een bajonetsluiting op de vulplug aansluiten, waarbij je bovenop de tank moet staan. Eng toch, dat geklim en zet vooral geen kraan verkeerd. Wat nou veiliger: elke handeling kan een fout opleveren. Maar wel even kosten van iets van 350 euro. Althans, als je ter plekke tot aankoop overgaat. Het lijkt wel handelsbelang of gedwongen winkelnering.
.
Het hele verhaal stond in het teken van driftreductie. 90 procent werd erbij genoemd en steeds vaker in één adem met onze waterschappen. Velen van ons moeten waarschijnlijk weer nieuwe doppen kopen. De prijs per dop klinkt niet zoveel, maar de sproeimachines worden zo breed. En dan moeten die bomen ook nog 30 cm boven het gewas hangen en op 1 atm druk spuiten, anders voldoen die nieuwe doppen niet (houd je hand maar even 30cm boven de tafel). Mijn afsluiters gaan niet eens mooi open staan bij 1 atm. Het waterschap denkt aan een drukmograaf waar ter controle zo’n piekenlijntje uitkomt. De praktijkspuiters hadden er geen goed gevoel bij.
Die 90 procent spuitreductie heb ik nu al zo vaak gehoord. Ook wanneer we toepassingen en aanpassingen deden, mochten we eerst middelen wel houden en later toch weer niet. Wanneer is het een keer goed en voldoende. Of moeten we eens een jaar een stiptheidsactie gaan voeren en voedselschaarste creëren?
Toch was het een nuttige cursus. We werden vooral gewezen op de gevaren van middelen, driftreductie en waterkwaliteit. Op punten die in de praktijk niet werkbaar zijn. Aan het eind van de middag waren we hard aan een pilsje toe. Dat kwam goed uit, want Heineken stond ons op te wachten. Nog even een verhaal over hun kwaliteitseisen voor brouwgerst. Kansen voor ons gebied en rasverschillen.
Ook AH wil wat aan streekeigen doen, ze moet helaas zoveel uit het buitenland halen. Vraag: Er zijn rassen die iets minder leveren maar die een uitstekende brouwgerst kwaliteit hebben. Betaalt AH voor zo’n ras een beetje meer? Nee, proost!
Henk Nienhuis