Column: Nederlanders in Canada
We zijn nu bijna drie weken onderweg. We hebben geen familie en nauwelijks kennissen in Canada. Maar met wat hulp van vrienden kregen we een paar adressen en dat breidde zich al snel uit tot een aantal dat we niet allemaal kunnen bezoeken.
Het eerste bedrijf was van de familie Bennen, die oorspronkelijk uit de buurt van de Giethoornse polder komt. Een prachtig bedrijf van 2.000 ha in Vauxhall, Alberta. Met een bouwplan van aardappelen, suikerbieten en diverse granen. Ze hebben twee zonen als opvolger en willen er nog een bedrijf bij kopen. Alle werkzaamheden doen ze zelf. Alleen het stro wordt direct van het land verkocht. Indrukwekkend, de hoeveelheid grote machines, vrachtwagens incl. iets van veertien beregeningsinstallaties. Ook nodig voor een safe, stabiele oogst en kwaliteit. Waterrechten moeten ze kopen.
Daarna hebben we nog een bedrijf van een Hutterites kolonie bezocht, bestaande uit 110 mensen, incl. kinderen. Allemaal werken ze voor kost, inwoning en verzorging. Ze hebben zelf een school en nieuwe huizen gebouwd. Je komt er niet zomaar binnen, maar via de familie Bennen werd een afspraak gemaakt. Ze bleken er trots op hun moderne bedrijf en vakkennis te tonen.
Deze kolonie was niet enkel landbouw, ze hadden ook een hout, metaal en constructie fabriek. We werden rondgeleid door één van de oudere vrouwen, die duidelijk gezag had. We kregen tussen de middag ook nog een warme maaltijd aangeboden.
Onderweg in Saskatchewan bleven we staan kijken bij een Canadese boer die net met twee nieuwe combines begon te oogsten. Hij liep naar ons toe en vertelde over zijn 8.000 ha grote akkerbouwbedrijf. Zijn broer, met pensioen, werd opgetrommeld om een deel van zijn bedrijf te laten zien, dat kostte twee uur. Ondertussen mocht ik ook nog even een zwad koolzaad dorsen van veerteien meter breed.
Een zoon van een goede bekende van ons, Albert Maarsingh, heeft na een paar jaar stage op diverse bedrijven in Canada zelf een melkveebedrijf gekocht. Hij melkt met zijn vrouw nu 100 melkkoeien en doet zijn eigen opfok. Melk is hier de meest safe bedrijfstak volgens Albert, mits je een leveringscontract koopt. De bank financiert ook alleen met een contract. Dat kostte 2.000 dollar per koe. Met een melkprijs van 58 dollarcent kon je je dat in acht jaar aflossen. Dat is hem ook gelukt, zodat er nu geld is voor andere bestedingen. Er is een nieuwe ligboxenstal gebouwd met twee melkrobots en het huis is opgeknapt.
Ons derde bezoek was aan een oud vriendin van onze buurvouw, die ons foto’s en een brief had meegegeven. Ook een veebedrijf met 150 melkkoeien. Ze melken in een splinternieuwe stal, omdat ze twee jaar geleden een grote brand hebben gehad waarbij ook de totale veestapel verloren ging. Ze waren gelukkig verzekerd en melken nu pas weer een half jaar.
Op weg daarna toe vroegen we de weg bij een groot nieuw veehouderijcomplex. Praat maar gewoon Nederlands zei hij, ik heet Cornelissen en kom uit de Noordoostpolder. Veel Nederlandse boeren in die omgeving. Hij bleek alles bij elkaar 600 koeien te hebben.
We zijn nog nooit eerder in Canada geweest. Het is indrukwekkend hoe weids en groot het allemaal is. In Saskatchewan op de enorme graanvelden zagen we vaak vijf of zeven combines bij elkaar. Veelal ook nieuw materiaal.
Vanmiddag in Brits Columbia een winery bezocht:25 ha wijngaard met een winkel en verkoop via grote wijnhuizen. In twaalf jaar opgebouwd door samen zeven dagen per week keihard te werken, vertelde de Nederlandse boerin. Van een bedrijf met oud materiaal en veel handwerk, nu met een mooi roestvrij stalen fabriekje van Duitse makelij. In deze streek zijn er in diezelfde tijd een paar honderd wijngaarden bijgekomen.
Misschien moeten jonge boeren in Nederland toch maar eens op stage gaan naar Canada. Om al die grootsheid te zien, maar laten ze ook vooral praten met die boeren.
Henk Nienhuis