Column: Geen productiebos in de Veenkoloniën
Dat prachtige grootschalige landbouw gebied waar je nog kilometers ver kunt kijken moet beplant worden met stukken productiebos. Is dat mooi? Nee. Zijn we er blij mee? Nee. Is er overleg geweest? Nee.
De laatste kavels productiebos zijn bij ons na 15 jaar eindelijk opgeruimd. Waren die bomen winstgevend? Nee. Het valt niet te becijferen wat die gesubsidieerde bomenaanplant heeft gekost.
Het onderhouden van het huidige staatsbos laat nogal te wensen over. Onze landbouwmachines lopen regelmatig schade op door overhangende takken. Loonwerkers klagen steen en been en we hebben tientallen meters schaduwschade in onze gewassen.
Staatsbos wauwelt over CO2 en klimaatverbetering met bos. Maar één hectare grasland of graan neemt zeven keer zoveel CO2 op als bomen. Met plannen uit de vorige eeuw, toen het een tijdje slecht ging met Avebe, zoals militaire oefenterreinen, zeilmeren of landschapsparken, hebben we afgerekend. Nu hebben we een Veenkoloniaal gebied dat zich uitermate modern en duurzaam ontwikkelt als groot landbouwgebied.
Productiebos moeten we in een klein landje als Nederland ook niet willen. Wat is er op tegen handelsafspraken te maken met een land als Canada op het gebied van houtimport. We komen er net vandaan, productiebos zat, net als in de Scandinavische landen. De burgemeester van de gemeente Aa en Hunze, Eric van Oosterhout, kon het voor RTV Drenthe niet beter verwoorden: in een klein land als het onze moeten we zo’n ruimtelijk gebied als de Veenkoloniën koesteren en beschermen. Waar kun je nog ongestoord kilometers ver kijken. Het is een karakteristiek gebied, door ontginning ontstaan, dat moeten we willen behouden.
Henk Nienhuis