Column: Laatste aardappelen rooien als de sneeuw weg is
Het rooien van de in totaal circa 420 hectare aardappelen verliep best goed. Het moet hier in een paar weken gebeuren. We hebben ongeveer 2 tot 2,5 weken goed weer nodig om de aardappelen er uit te krijgen. De eerste helft van september was het te warm om aardappelen voor de lange bewaring te rooien: het was meer dan 30 graden. En op 14 september konden we los. Maar we weten dat het weer hier ineens kan omslaan begin oktober. Dat hebben we nu ook weer gezien. Gelukkig zijn de verwachtingen voor de komende weken goed, dus wij maken ons geen zorgen over die laatste 50 hectare.
De opbrengst lijkt vooralsnog goed, ik schat zo’n 50 tot 55 ton per hectare, dat is een gemiddelde kilo-opbrengst. Daar zijn wij tevreden mee. We hebben alles ingeschuurd, er gaat hier niets af land weg. Leveren aan de verwerker gaat op afroep. Ik verwacht dat wij onze eerste aardappelen eind van deze maand of begin november moeten leveren. In augustus gaan de laatste aardappelen weg. We hebben voor de aardappelen een opslagcapaciteit van 24.000 ton losgestort.
Meestal horen we een paar dagen van te voren dat er weer geleverd moet worden. We zijn daarin gelukkig redelijk flexibel, we hebben zelf vijf vrachtwagens om de aardappelen naar de fabrieken te brengen. De dichtstbijzijnde fabriek staat op 60 km afstand, voor de andere moeten we 100 km rijden.
We zijn volledig zelfvoorzienend in onze mechanisatie, we werken niet met loonwerkers. Dat gebeurt hier bijna niet. Dat heeft met name te maken met het weer: de oogst moet hier in een paar weken gebeuren, en dan wil iedereen aan de slag. Dan wil je niet wachten op de loonwerker die bij de buurman aan het werk is. Iedereen heeft de tijd en de capaciteit om te rooien hard nodig, dus heeft vrijwel iedereen alles in huis. Wij hebben bijvoorbeeld drie zelfrijdende aardappelrooiers. Een hoge investering, maar het is niet anders.
Als de aardappelen er uit zijn, volgen de bieten. Ik verwacht dat we daar volgende week mee aan de slag gaan. De bieten leveren we rechtstreeks aan een verzamelplaats van de fabriek. Vanaf het moment dat we de bieten daar hebben gestort, vallen ze onder de verantwoordelijkheid van de fabriek.
We telen 720 hectare zomertarwe en 365 hectare durumtarwe. Hier hebben we met name voor gekozen, omdat het financieel nog niet aantrekkelijker is om wintertarwe te telen. Bovendien hoeven we nu in het najaar niet te zaaien. In de herfst zijn we al druk genoeg met de oogst, dan hebben we geen tijd om te zaaien. In verband met het klimaat dat hier heerst, moet het zaaiwerk van wintergraan medio september gebeuren. En dan zitten we midden in de aardappeloogst.'
Jan Bennen