Column: Jan Bennen: Alles ligt klaar voor het nieuwe seizoen
Het laatste perceel aardappelen hebben we pas laat kunnen rooien. De oogst was vertraagd door een vroege sneeuwstorm in de eerste dagen van oktober met temperaturen van -5 tot -9 Celsius. Gelukkig was er sneeuw gevallen, die heeft de aardappelen in feite beschermd tegen veel ergere schade. Wij zijn deze partij nu aan het afleveren. De kwaliteit is goed, op een enkele opgedroogde door vorst beschadigde knol na.
De bietenoogst verliep voorspoedig, in oktober hadden wij goed oogstweer. De gemiddelde opbrengst van de fabriek kwam uit op ongeveer 81 ton per hectare met een suikergehalte van 19,25 procent en een winbare suiker van 17,5 procent. Voor Canadese begrippen is 81 ton een heel goede oogst. Het meerjarig gemiddelde ligt met 70 tot 75 ton, het suiker gehalte is meeste jaren rond 19 procent. We waren dus heel blij met deze gehaltes, het was een extreem goed jaar gezien. Zeker gezien het feit dat we maar 100 mm regen hebben gehad gedurende het hele groeiseizoen. De beregeningsinstallaties hadden het drukker dan normaal, in de bieten hebben we ongeveer 550 tot 600 mm beregend, in de aardappelen was dat ongeveer 500 mm. Ter vergelijking: normaal gesproken valt in dit gebied ongeveer 250-300 mm.
We hebben onze 200 hectare bieten in ploegen gerooid, zodat we 12/6 konden oogsten. We begonnen om twee uur in de middag en stopten twee uur in de ochtend. Met deze manier van werken kunnen we ongeveer 25 tot 30 hectare per dag rooien. We brengen ze met onze vrachtwagens af land direct naar een centrale stortplaats waar meerdere telers hun bieten afleveren. Hier worden monsters genomen van de partijen, deze zijn bepalend voor de uitbetaling.
Op de centrale stortplaats voor ons gebied worden ongeveer 300.000 ton bieten opgeslagen. De fabriek haalt deze bulten op tussen de oogst en eind februari, begin maart. De bieten worden niet afgedekt; als de winter aanhoudt, gaan de buitenste bieten bevroren naar de fabriek. Dat geeft geen problemen met de verwerking, zo lang ze maar bevroren blijven. De hopen zijn zo groot dat alleen de buitenste bieten bevriezen, verder in de bult is het net boven nul. Op Tweede Kerstdag was de temperatuur hier om acht uur ’s ochtends -37,5 graden, met een gevoelstemperatuur van -45. Je kunt je dus wel voorstellen dat de bieten koud zijn als ze de fabriek in gaan. Wij waren dit jaar in de gelukkige omstandigheden dat de stortplaats binnen twee mijl van de bietenpercelen lag. Dat scheelt weer in transportkosten.
We rooien met twee getrokken zesrijige rooiers. Geen bijzonder grote machines, ook niet in vergelijking met Nederland. De omstandigheden om te rooien zijn hier vaak vrij goed, we hoeven daarom niet te investeren in dure zelf rijders. Daarmee zouden we niet veel in capaciteit winnen. De bieten telen we op contract voor de fabriek, eigenlijk een soort quotum. We krijgen steeds een driejarig contract, waarbij we worden uitbetaald tegen de wereldmarktprijs voor suiker. We hoeven die onderhandelingen over de prijzen overigens niet zelf te doen, daarvoor hebben we een telersvereniging.
Van de aardappelen is ongeveer een kwart afgeleverd, daarmee liggen we redelijk op schema. Het afleveren gaat door tot in augustus. We leveren op afroep; de fabriek heeft goed in beeld wat de telers in de bewaring hebben liggen. Ondertussen is het land al bewerkt en ligt het klaar voor de winter. Op ongeveer de helft van het land hebben we droge mest uitgereden, 50 ton per hectare. Die hebben we ingewerkt met een Disk Ripper, dit is een alternatief voor ploegen.
Ploegen doen we niet. Onze ervaring is dat je met ploegen de stoppel ondergraaft, en wij hebben op deze stuifgevoelige grond die stoppel juist heel hard nodig. Met niet-kerende grondbewerking proberen we de winderosie tegen te gaan. Op de percelen waar volgend jaar de aardappelen komen zijn de ruggen al getrokken voor het volgende seizoen, zodat wij in het voorjaar niet rijden op de plaats waar de aardappel groeit.
In de komende maanden houden we ons vooral bezig met het onderhoud aan onze machines, zoals de combines, de rooiers en het vrachtwagen park. Er is nog voldoende werk voor vier tot zes man alleen al in de werkplaats. En tussendoor leveren we graan en aardappelen af. Zo zorgen we er voor dat alles weer voor 100 procent klaar staat als het voorjaar begint.
We mogen terugkijken op een jaar met veel zegeningen. We wensen u allen een gezond, gezegend en vruchtbaar 2018!
Jan Bennen