Column: TopBodem: Precisielandbouw op je boerenverstand
‘We zijn in het derde jaar van TopBodem, dus we moeten wat stappen maken, lijkt me. Wij focussen op het scannen van de gewassen. Zo krijgen de aardappelen in het voorjaar 80 procent van de bemesting in de vorm van drijfmest aangevuld met wat compost. Later in het seizoen vullen we de bemesting aan met KAS of Kali60, afhankelijk van wat er uit het bladsaponderzoek komt. Zelf geloof ik meer in het bepalen van de behoefte met een gewasscan dan met een bodemscan. We hebben dit voorjaar twee heftige stortbuien van 85 en 60 mm gehad. Omdat onze veenkoloniale grond licht glooiend is zijn meststoffen en zelfs compost gaan spoelen. Hierdoor zijn goede en slechte plekken ontstaan die er normaal niet zouden zijn. Door deze omstandigheden bemest ik liever naar de stand van het gewas, al gaan we deze winter voor de vergelijking ook bodemkaarten bestuderen om een potentiële opbrengst te kunnen bepalen.
Het eerste jaar hebben gewerkt met vliegtuigbeelden van Delphy, met de Claas CropScan op de trekker en met dronebeelden. In het tweede jaar vielen de vliegtuigbeelden af en is nu in het derde jaar de drone overgebleven. Die lijkt efficiënt, goedkoop en betrouwbaar te werken. Als ik opdracht geef om te scannen, kan dat binnen twee dagen geregeld zijn. Vanmiddag vliegen betekent morgenochtend met een taakkaart variabel strooien of spuiten. Die taakkaart kan ik inmiddels ook zelf maken, via een webportal waar de beelden ook opgeslagen zijn. Nu nog zien of we concentreren op de beste plekken of dat we met extra meststoffen de slechte plekken gaan optrekken. Deze winter ga ik kijken naar de verhouding tussen goed, gemiddeld en minder goede stukken.
Precisielandbouw 0.5
Onze eerste aanpak met precisielandbouw werkte heel eenvoudig. Ik ging bodemherbicide toedienen. Daarvoor zette ik piketpaaltjes waar 110, 100 en 90 procent dosering gegeven moest worden. Gewoon naar de grondslag kijken en op vaste plekken tijdens het rijden plussen of minnen. Die manier van werken noemen we maar even Precisielandbouw 0.5, want veel techniek komt daar nog niet bij kijken.
De volgende stap, Precisielandbouw 1.0, is iets slimmer. Op basis van dronebeelden heb ik een gewasscan in uien omgezet in een spuitkaart. Daar waar het gewas bovengemiddeld staat is de grond ook zwaarder. Dit zijn ook de plekken waar bodemherbiciden versneld afgebroken worden, dus alleen hier een extra bespuiting uitvoeren zodat de uien schoon blijven zou een directe besparing opleveren. Via een taakkaart heb ik de secties van de spuit aan/uit laten aansturen, zodat alleen de zwaardere delen bespoten werden.
Als besparingen moeilijk te realiseren zijn, doordat de kosten voor scannen en taakkaarten maken hoger liggen dan de besparing zelf, dan probeer je de data toch op een andere manier nuttig te gaan maken. Middels de dronebeelden en een opbrengstmeting op de rooimachine probeer ik in kaart te brengen hoeveel schade die hoosbuien van dit voorjaar gedaan hebben. Hier wordt ik als boer misschien niet gelukkiger van maar het helpt bijvoorbeeld bij het nemen van de beslissing of een brede weersverzekering financieel interessant is.
Data bundelen
De afgelopen drie jaar hebben we een groot aantal kaartjes gemaakt. Daarvan zijn we er ook weer veel kwijtgeraakt. De huidige software is lang niet altijd bruikbaar. Ik wil het liefst data bundelen, zodat je een soort van gewasfilm kunt maken. Dat valt nu dus nog niet mee.
TopBodem helpt je om actief bezig te blijven. Ik heb een goed gevoel bij het variabel bemesten in de uien. Een gevoel dus, want ik kijk er naar als boer en niet als onderzoeker. Economisch is nog zeker veel te winnen. Tot nu toe trekt de boer qua kosten altijd nog aan het kortste eind. Je leest vaak genoeg dat een taakaart maken 15 euro per hectare kost en de besparing zelf maar 12 euro oplevert.’
Tekst: René Speelman