‘Droogte bewijst het belang van bodemkwaliteit’
Bio Brass heeft in Zuidelijk Flevoland bij verschillende bedrijven koolgewassen, peen, rode bieten en suikermaïs geplant. Het bedrijf gebruikt minstens een 1 op 6 rotatie met veel rustgewassen om de bodemkwaliteit op peil te houden. In de rotatie zitten luzerne, grasklaver en granen als rustgewassen én groenbemesters. Na peen, bieten en aardappelen volgt luzerne of grasklaver, omdat de rooigewassen de zwaarste aanslag op de bodem zijn.
Volgens Snippe hield de beregening in de lange droge periode het gewas kunstmatig aan de groei, maar heeft het droge weer zeker effect op kwaliteit van het product en op de planning van de oogstwerkzaamheden. „De beregening voegt kosten toe. Gelukkig zijn de oogsten vaak toch wel goed, maar we krijgen door het weer in deze zomer ook meer te maken met pieken en uitstel van de oogst. Alles of niks, dat is het soms”, zegt Snippe.
Spaanse rassen
De organisatie van het werk loopt moeilijker en de keuzes die eerder gemaakt zijn voor bijvoorbeeld het ras vallen soms minder gunstig uit. BioBrass zou onder deze omstandigheden misschien wel rassen hebben moeten kiezen die meer geschikt zijn voor Spanje, denkt Snippe.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Ellen Meinen