WUR: Computermodellen voor duurzame beheersing Phytophthora infestans
Het onderzoek van Pacilly levert volgens de WUR belangrijke inzichten op voor boeren, veredelaars, pootgoedhandelaren, detailhandel en overheden. „Resistente rassen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan duurzame beheersing van de ziekte, maar daarvoor is samenwerking in de gehele aardappelsector nodig”, aldus de WUR.
Resistente rassen
Pacilly onderzocht in het promotieonderzoek met computermodellen hoe Phytophthora infestans zich verspreidt in een agrarisch landschap en wat het effect is van het telen van resistente rassen. Deze modellen laten zien dat als het aantal aardappelvelden met resistente rassen toeneemt, het risico echter ook groter wordt dat agressieve varianten van de ziekteverwekker zich sneller verspreiden. De ziektekans wordt pas minder als meer dan 50 procent van het areaal aardappelvelden uit resistente rassen bestaat. Omdat er nog niet zo veel resistente rassen beschikbaar zijn, is alertheid geboden.
Er zijn diverse mogelijkheden om de gevolgen van een doorbraak in te perken, onder andere door goede plaatsing van planten in combinatie met het gebruik van kleine hoeveelheden bestrijdingsmiddelen om zo de milieubelasting te beperken. Daarnaast verkleint het telen van resistente rassen met meerdere resistentiegenen de kans op gevoeligheid voor de aardappelziekte. Het is de verwachting dat dit soort rassen binnenkort op de markt komen. Vorig jaar hebben biologische aardappeltelers, veredelaars en supermarkten een convenant gesloten om het areaal resistente rassen in drie jaar tijd op te schalen zodat in 2020 het biologische segment aardappelen volledig bestaat uit resistente rassen.
Convenant opschaling resistente rassen
Met alleen ziekteresistente aardappelrassen is er volgens de WUR nog geen structurele oplossing voor Phytophthora infestans bereikt, omdat het DNA van deze aardappelziekte kan veranderen en daardoor ook resistente rassen ziek kunnen worden. Daarbij komt dat de beschikbaarheid van het aantal resistente rassen nog beperkt is. WUR: „Aan de andere kant komen er wel steeds meer nieuwe resistente rassen op de markt.”
Workshops
Om het risico op resistentiedoorbraak onder de aandacht te brengen zijn afgelopen jaar workshops met aardappeltelers georganiseerd. In deze workshops werd het computermodel gebruikt om verschillende scenario’s te presenteren aan gangbare en biologische aardappeltelers. Deze workshops waren, aldus de WUR, erg nuttig om aardappeltelers te laten zien hoe de ziekte zich verspreidt in een gebied in tijd en ruimte en wat de effecten zijn op de lange termijn. Na de workshops waren aardappeltelers het erover eens dat resistentiemanagement belangrijk is om de weerbaarheid van resistente rassen te vergroten en dat gezamenlijke actie nodig is. De workshops waren een goede manier om aardappeltelers met elkaar in gesprek te brengen en te discussiëren over wat er de komende tijd moet veranderen in de beheersing van de aardappelziekte om de impact van het probleem terug te dringen.
Een systeemaanpak
Om duurzame strategieën te ontwikkelen is het belangrijk om alle factoren mee te nemen die van invloed zijn op de beheersing van de aardappelziekte zoals de ziekte, het gewas en beheersingsstrategieën van boeren. Dit onderzoek valt onder het Complex Adaptive Systems programma van Wageningen Universiteit waarbij het doel is om deze factoren in kaart te brengen en te onderzoeken hoe deze elkaar beïnvloeden. Beheersing van de aardappelziekte als één systeem brengt een toekomst zonder spuiten dichterbij.