Schadelijke bietenmot actief in Limburg
De bietenmot is normaal gesproken alleen actief in Zuid-Europa. In zeer droge en warme zomers kan de mot zich echter ook verder noordelijk verspreiden. Volgens IRS-onderzoeker Elma Raaijmakers is de aanwezigheid van de bietenmot twee weken geleden in Midden-Limburg geconstateerd. „In de afgelopen tien jaar is de bietenmot niet in Nederland waargenomen.” Over aantallen en de omvang van de aantasting door de bietenmot kan Raaijmakers op dit moment niks zeggen. Per jaar kent het insect drie generaties. De aantasting van nu is volgens IRS veroorzaakt door de derde generatie.
De 13 millimeter lange larven van de bietenmot komen voor op de bladeren, bladstelen en koppen van bieten. De hartbladeren zijn samengesponnen en aangetast, waarbij ze duidelijk zwart verkleuren en uitdrogen. Bij secundaire aantasting door bacteriën, kunnen de bieten vanuit de kop gaan rotten. Dit is volgens IRS tot op heden nog niet waargenomen in Nederland. Bestrijding van de bietenmot is volgens Raaijmakers met de huidige toegstane middelen niet mogelijk. „Nadat de mot de eitjes op de bietenplant heeft gelegd boren de larven gaatjes in de bladstengels en de kop van de bietenplant. Met de huidige middelen kom je niet op de plek waar de larven dan zitten.” Volgens Raaijmakers betreft het hier larven uit de derde generatie die ook snel weer zullen verpoppen en dan stopt de schade.
IRS adviseert telers die bieten met beschadigde koppen of hartbladeren in hun percelen ontdekken, om te checken of het de bietenmot, valse meeldauw of een boriumgebrek is. Voor een volgende bietenteelt is dan duidelijk welke maatregelen genomen kunnen worden. Door de kleine aangetaste bladeren in de kop voorzichtig te verwijderen is op dit moment aantasting door de bietenmot makkelijk te onderscheiden van valse meeldauw of boriumgebrek. Indien het de bietenmot betreft zijn namelijk de larven te zien.