Column: Column Denemarken: Focus op nieuwe start met aardappelteelt
Gelukkig hebben we voor en na de oogst nog aardig wat regen gehad. Dat was heel hard nodig, want het was hier ontzettend droog. Nog droger dan in Nederland. Maar dankzij die regen - zeker 150 mm meer dan in Nederland - staan de tarwe, wintergerst, koolzaad en hybride gerst er mooi bij. Ik ben heel tevreden.
Het was een lastig groeiseizoen met lage opbrengsten. Daarom hebben we een pas op de plaats gemaakt. Dat betekent voor ons onder meer dat we, nu we toch zo vroeg van het land waren, hebben besloten het onderhoud aan onze houtwallen zelf te doen. In de laatste jaren was hier te weinig aan gebeurd. We hebben hiervoor weliswaar geïnvesteerd in een boomsnoeier, maar die heeft zich eigenlijk al weer terugverdiend: door het vele snoeiwerk is onze boerderij ineens 2 hectare groter geworden. Nu we deze machine zelf hebben, kunnen we het makkelijker elk jaar bijhouden.
Belangrijk keerpunt voor ons bedrijf wordt de teelt van aardappelen volgend jaar. We gaan 10 hectare telen voor kleinverpakkers, hiervoor telen we het ras Gala van handelshuis Danespo. De afnemer zit 10 kilometer verderop, we brengen de aardappelen er zelf heen.
Maar dat is nog niet alles. We zijn namelijk in onderhandeling met een Nederlands handelshuis om pootgoed te gaan telen voor een Nederlandse teler. We beginnen klein; zo’n 5 hectare. Als alle partijen tevreden zijn ligt uitbreiding van deze teelt voor de hand. We zitten in de laatste onderhandelingen, het is dus spannend.
Denemarken heeft voor de pootgoedteelt veel voordelen ten opzichte van Nederland. Hier is geen aardappelmoeheid of bruinrot, zoals in veel Nederlandse pootgoedgebieden. Ook is de luizendruk hier veel lager. Bovendien zitten we hier in een zeer ruime rotatie: 1 op 7. Er is eigenlijk maar één nadeel: de grond is hier bruinachtig, waardoor de aardappelen wat bruinig uit de grond komen. Het zijn geen mooie blanke zeekleipoters. Maar wat is belangrijker voor een afnemer?
Ik verbaas me er over dat hier nog zo weinig pootgoed wordt geteeld voor Nederlandse handelshuizen en telers. Omdat het areaal in Nederland eigenlijk vol is, zijn veel handelshuizen uitgeweken naar Frankrijk. Maar dat is best gek, als je bedenkt dat de ziektedruk daar veel hoger is. In de rest van de wereld op het noordelijk halfrond worden de poters een paar honderd km noordelijker geteeld. Dit is natuurlijk niet zonder reden.
Je hebt hier wel meer papierwerk rond de teelt van pootgoed. Er is hier een apart registratiesysteem voor pootaardappeltelers. De overheid doet de controle, maar betaalt dit ook. Die kosten heb je dus niet. Bovendien is het transport naar Nederland goedkoop: er gaan nu nog veel vrachtwagens leeg terug naar Nederland. Daar kunnen we gebruik van maken.
Deze week hebben we de laatste gesprekken met het handelshuis en de teler. Ja, ik zie het helemaal zitten.