Avebe: zetmeelgehalte gelijk aan meerjarig gemiddelde, maar minder kilo’s
Zelden was het zo lastig om tijdens de campagne in te schatten welke kant het opgaat. De extreme weersomstandigheden gedurende het groeiseizoen hebben een grote impact gehad op de gewassen. Door de combinatie van droogte en hoge temperaturen hebben de zetmeelaardappelen het moeilijk gehad, zeker op percelen die niet zijn beregend. En hoe groot die impact is, verschilt per ras, zegt woordvoerder Janet Katerberg. „Alle rassen reageren anders. Er zijn rassen die op het veld heel wat lijken, maar waarbij het zetmeelgehalte of het tonnage flink tegenvalt. Maar het tegenovergestelde beeld zien we ook.”
Zij durft dan ook nog geen uitspraken te doen over tonnages die de fabriek binnenkomen en hoeveel er uiteindelijk verwerkt zal gaan worden. „In EU-verband wordt gesproken over 25 procent minder aardappelen, maar daar kan ik nog niets over zeggen. Dat moet tijdens de campagne duidelijk worden.” Avebe houdt er in ieder geval rekening mee dat de te verwerken hoeveelheid aardappelen aanzienlijk kleiner zal zijn dan in voorgaande jaren. „De aardappelen zijn dit jaar kleiner.” Maar het gaat in de zetmeelcampagne niet alleen om aardappelen die af land naar de fabriek gaan. Belangrijk zal ook zijn hoe de geoogste aardappelen zich straks gedurende het bewaarseizoen bij de telers gaan houden.
De zetmeelcampagne is op 20 augustus van start gegaan. Al ruim daarvoor gaf het zetmeelconcern aan substantieel minder aardappelen te verwachten. Het meerjarig gemiddelde van het zetmeelgehalte ligt rond 20 procent.