Tijd begint nu wel te dringen voor vrijstelling neonicotinoïden
Een gelijk speelveld voor alle bietentelers in de EU. Dat is waar de sector op inzet bij de aanvraag die nu in behandeling is bij het landbouwministerie. Dat beeld, een gelijk speelveld, is nu ver te zoeken: deze week werd bekend dat ook Polen het gebruik van neonicotinoïden als zaadbehandelingsmiddel toestaat. Daarmee is het na Tsjechië, Denemarken, Slowakije, Roemenië en Hongarije de zesde EU-lidstaat die dit doet.
Vaker en meer spuiten door verbod
De Europese Unie besloot eind april tot een totaalverbod op het gebruik van neonicotinoïden. Dit verbod wordt op 1 januari 2019 van kracht. De akkerbouw, en dan met name de bietensector, reageerde geschrokken op dit verbod. Zij vrezen dat een duurzame bietenteelt onder druk komt te staan. Doordat telers geen zaad meer kunnen gebruiken dat is bewerkt met neonicotinoïden worden ze gedwongen vaker en meer te spuiten met insecticiden om het gewas te beschermen tegen bladluizen. En dat is niet wat de sector wil.
In samenspraak met alle betrokken partijen diende Suiker Unie een aanvraag tot vrijstelling voor de Nederlandse bietenteelt in. „We zijn nu in afwachting van de analyse van de NVWA en het Ctgb over de noodzaak van het gebruik van neonicotinoïden in de bietenteelt”, zegt manager agrarische dienst Pieter Brooijmans van Cosun.
Zaadbestellingen
Hij houdt goede hoop op een positieve uitslag, al begint de tijd nu wel wat te dringen. Eind deze maand moet er echt duidelijkheid zijn, zegt hij, zowel voor de telers en Cosun als voor de zaadbedrijven. „Met het oog op de zaadbestellingen moeten we dan wel in beeld hebben welke kant het opgaat.”
De aanvraag is ingediend voor een verlaagde dosering van neonicotinoïden en voor een selectief deel van Nederland. Voor dat laatste heeft Suiker Unie gekeken naar die gebieden waar de insectendruk het hoogst is en waar bestrijding met andere middelen niet succesvol is. „In die gebieden is de inzet van behandeld zaad echt noodzakelijk.”
De ontheffing is geldig voor maximaal 120 dagen, van 8 januari 2019 en 7 mei 2019, en is eenmalig. Wel kan een land die ontheffing volgend jaar opnieuw aanvragen, waarbij het beoordelingsproces weer van voren af aan begint.