Extra zorg geeft optimaal resultaat groenbemester

De groenbemesters kunnen zich dit najaar heel sterk ontwikkelen. Gele mosterd staat vaak manshoog. Op de proefpercelen van de Rusthoeve in Colijnsplaat is dat goed te zien. Toch is er heel veel verschil in de ontwikkeling van de groenbemesters waar te nemen bij verschillende behandeling. Lein de Visser van CZAV gaf daar woensdag uitleg over tijdens het evenement Leve(n)de Bodem 2018 op het proefbedrijf.

Volgens De Visser is er naast de keuze voor aaltjesresistentie en organische stof ontwikkeling veel te kiezen, waarbij het handelen van de boer een element in de velddemo's op de Rusthoeve was. Met enkelvoudige groenbemesters is het eenvoudiger om plantparasitaire aaltjes in aantal terug te dringen. Mengsels geven meer competititie en daardoor een grotere biomassa. Vaak ontwikkelt zich een soort in het mengsel meer dominant, afhankelijk van het weer in het najaar. Omdat de weersvoorspelling niet ver vooruit kan kijken, is de zaai van een mengsel daarmee een manier voor de teler om risco's te spreiden.

CZAV testte verschillende bemestingsniveaus bij de groenbemesters. De Visser laat zien dat beter bemeste veldjes bovengronds goed ontwikkelen, maar dat het zeker zin heeft in de grond te kijken. „Een groenbemester die weinig mest krijgt gaat dieper wortelen om aan zijn voeding te komen.” Hij toont een wikke die bovengronds niet heel groot is, maar ondergronds toch verrassend goed wortelt.

Vervluchtiging

In een object gaven de proefveldmedewerkers vloeibare ureum aan de groenbemesters. De Visser: „Je hebt dan het risico dat tot wel een kwart van de stikstof uit die mest vervluchtigt. Daarom proberen we hier het product Limus uit, dat vervluchtiging tegengaat zonder schade aan het bodemleven op te leveren.” Het lijkt erop dat de behandeling met Limus een goed effect heeft op de stikstofbeschikbaarheid en de ontwikkeling van de groenbemester. Behandeld gewas staat op het oog duidelijk wat hoger.

Een ander middel dat in de demo gebruikt is, is Optiroot, een product met humus- en vulvinezuren. Het moet de doorworteling stimuleren. „Vooral fosfaat kan er beter door vrijkomen”, zegt De Visser. De CZAV-adviseur verwacht dat in de komende jaren gewasbeschermingsmiddelengebruik gaat afnemen en plantversterkers een grotere rol krijgen, ook in de teelt van groenbemesters.

Inwerken

Bij het inwerken zullen telers dit jaar rekening moeten houden met een hoop bovengrondse biomassa. Alles direct onderwerken is slecht voor de bodemstructuur en het bodemleven. De Visser raadt aan een groot gewas liefst een week voor inwerken te kneuzen of klappen. „Koolsoorten bevatten veel water. Daarbij is er extra reden een week van tevoren te klappen en dan pas onder te werken.”