Schouten gaat met boeren weerbaarheid tegen weersextremen onderzoeken
Dat staat in een brief die minister Schouten vrijdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, samen met een rapportage van Wageningen Economic Research (WEcR) over de effecten van de droogte en hitte op de inkomens in de land- en tuinbouw. Minister Schouten: „De droogte van afgelopen zomer heeft ons – en zeker boeren, akkerbouwers en natuurbeheerders - allemaal geraakt en is nog niet voorbij. Wetenschappers geven aan dat we er rekening mee moeten houden dat extreem weer zich vaker voor zal doen. Daarom neem ik maatregelen om vee, gewassen en natuur beter weerbaar te maken tegen toekomstige weersextremen.”
Van elkaars ervaringen leren
Het ministerie ontwikkelt het actieprogramma voor de zomer van 2019 met het agrarisch bedrijfsleven, provincies, waterschappen en verzekeraars. Het programma is een vervolg op de eerdere dialoog klimaatadaptatie landbouw. Onderwerpen die in het programma terugkomen zijn de beschikbaarheid van zoet water, hittestress, water-vasthoudend vermogen van de bodem en hoe boeren van elkaars ervaringen kunnen leren.
In het plan van aanpak staat onder meer het voorstel om afwijkende groenten en fruit gewoon in de winkelschappen te hebben. Hiervoor gaat het ministerie in gesprek met onder meer supermarkten, LTO en andere organisaties. Ook denkt ze aan fiscale maatregelen die de sector helpen om weerbaar te worden tegen klimaatextremen, zoals de droogte afgelopen zomer. De vrijstelling van de assurantiebelasting van de Brede Weersverzekering was al een goed besluit, maar het ministerie van LNV verkent nog andere aanpassingen om deze verzekering beter toegankelijk te maken – zoals een verlaging van de verplichte schadedrempel en een verhoging van de premiesubsidie (die is nu 65 procent).
Financiële effecten het grootst in de zetmeelaardappelteelt
Wageningen Economic Research heeft een tweede tussenbalans van de inkomenseffecten gemaakt naar aanleiding van de droogte. Met name in de melkvee- en melkgeitenhouderij en op akkerbouwbedrijven met zetmeelaardappelen zijn die effecten zichtbaar. De inkomenseffecten voor de overige akkerbouwbedrijven, de fruitteelt en de vollegrondsgroenteteelt zijn gemiddeld vrij gering. Dit is nog een voorlopig beeld – het afzetseizoen loopt nog en veehouders moeten voor het stalseizoen nog voeraankopen doen, waardoor financiële gevolgen over 2018 en 2019 kunnen worden verdeeld.