„Ik wil als een keurmeester door mijn pootgoedpercelen’
Hack teelt in maatschap met zijn ouders en met collega akkerbouwers in deelbouw ruim 200 hectare pootgoed. Hiervan teelt Hack 30 hectare stammenteelt op zijn eigen bedrijf. Op deze manier voorziet Hack zich van eigen S-pootgoed. Het ene jaar lukt dat echter beter dan in het andere, weet Ralph inmiddels. „De laatste twee jaar was er een hogere virusdruk tijdens het groeiseizoen. Dan wordt het lastiger om je eigen plantgoed op te bouwen.” Ondanks de gesloten bedrijfsvoering is ook Hack de afgelopen twee jaar geconfronteerd met klasseverlagingen als gevolg van virusziek.
De Brabantse akkerbouwers kiezen er vaak voor om S-pootgoed aan te schaffen uit het noorden. Hack heeft er voor gekozen om in 2013 eigen opbouw van S-pootgoed te starten, in drie generaties PB1, PB2 en PB3.
Onderzoek in probleemjaren
In probleemjaren kiest Hack er voor om zoveel mogelijk PB1 en PB2 pootgoed vrijwillig te laten onderzoeken door de NAK. Zo hoopt hij teleurstellingen in de nateelt te voorkomen, simpelweg door het feit dat je in geval van problemen al kunt schakelen voor het plantgoed de grond in gaat. „Als een partij die is bestemd voor eigen teelt niet goed is, kun je er beter tijdig afscheid van nemen. Anders heb je één of twee jaar later veel grotere problemen.” Hij noemt een voorbeeld vanaf zijn eigen erf: „Van de tweejarige stammen heb ik nu vier kisten staan van een bepaald ras. Als daar iets mee blijkt te zijn, zijn de gevolgen nog beperkt. Kom ik daar een jaar later pas achter, dan gaat het ineens om dertig á veertig kisten. Als ik die weg moet doen, kost het me al veel meer.”
Een bijkomend voordeel van de vrijwillige toetsing is dat het pootgoed kan worden getoetst met de Elisa-toets. Deze toets is breder: de teler krijgt twintig uitslagen (reacties) in plaats van de standaard vier die via de PCR in de nacontrole worden verkregen. „Daarmee weet je dus nog beter wat je in huis hebt.” De kosten van een vrijwillig Elisa-onderzoek liggen ook beduidend lager en er zitten niet gelijk consequenties aan vast.
Prebasispootgoed
Als uit de uitslag blijkt dat een partij schoon is, gaat het materiaal in het volgende jaar zonder problemen de grond in. Prebasispootgoed dat op het bedrijf blijft, hoeft namelijk niet door de nacontrole. Maar als er wel virus in wordt gevonden, wordt het een twijfelgeval en gaat dit pootgoed alsnog de nacontrole in. „Zo’n slechtere partij lever ik liever af. En om af te leveren heb ik de uitslagen van de nacontrole nodig.”
De uitslag van de nacontrole is vaak een bevestiging van de vrijwillige toetsing, weet Hack. „Dan wordt zo’n partij in klasse verlaagd. Daarvoor in de plaats koop ik nieuw plantmateriaal aan, of ik haal ze uit een oudere generatie (PB4) die ik normaal allemaal aflever.” Meten is weten, zegt Hack. „Ik wil graag als een keurmeester door mijn percelen kunnen.”
En als het goed is, betaalt deze manier van werken zich later in het groeiseizoen, tijdens de selectie, weer terug. „Ik hoor wel eens telers trots zeggen dat ze er tijdens de selectie op virus de planten goed hebben kunnen zien, dat ze er veel planten uit hebben gehaald.” Eigenlijk vreemd, vindt Hack. „Want dan heb je in feite het verkeerde pootgoed geplant. Selecteren zou eigenlijk niet nodig moeten zijn.” Natuurlijk, zo werkt het in de praktijk niet helemaal, weet Hack; ook op zijn bedrijf wordt geselecteerd. En ook ‘zijn’ mensen halen zieke planten uit het gewas. Maar dankzij die vrijwillige bemonstering lukt het hen wel de selectie rond te zetten. „Zeker bij een groot areaal pootgoed moet je niet te veel partijen hebben die tegenvallen, anders kom je niet rond. En dan blijf je achter de feiten aan lopen.”
Zorgen voor teeltseizoen 2019 zijn groot
De NAK roept pootgoedtelers op hun pootgoed voor eigen gebruik vrijwillig onderzoek te laten uitvoeren, gezien het grote aantal klasseverlagingen. Hiermee kun je teleurstellingen in de nateelt voorkomen, zegt Jan Eggo Hommes, procesmanager keuringen bij de NAK. Schoon uitgangsmateriaal is de basis voor een virusvrije teelt. Maar nu er zoveel pootgoed in klasse moet worden verlaagd vanwege virus zijn de zorgen voor teeltseizoen 2019 groot. „Wat als je geen schoon uitgangsmateriaal hebt, is er volgend jaar weer een hoge virusdruk, waardoor er veel moet worden geselecteerd. Door nu vrijwillig onderzoek te doen naar je pootgoed, kun je teleurstellingen op grote schaal voorkomen.” Ook tijdens de sectoravonden die deze weken worden gehouden, benadrukt Hommes het belang van dit vrijwillig onderzoek.