Akkerbouw-inkomens lager door droogte

De warme, droge zomer heeft een grote impact gehad op de kosten (beregenen) en opbrengsten van bedrijven, en die impact verschilt per regio. De zandgebieden in het zuiden en het oosten van het land konden het water minder lang vasthouden, en in Zeeland is het water veelal te zilt om goed te kunnen beregenen. Veel uien in die provincie zijn weer ondergeploegd, omdat ze te klein waren om te verkopen.
Grote contrasten tussen noord en zuid
De inkomens in het zuidwestelijk kleigebied (in onbetaalde arbeidsjaareenheid - wat de boer per persoon overhoudt aan zijn bedrijf) zullen dit jaar 3.000 euro bedragen. Het is een groot contrast met de boeren in het noordelijk en centraal kleigebied, waar het gemiddelde inkomen 79.000 euro is, bijna een derde meer dan in 2017. Boeren in de oostelijke, centrale en zuidelijke zandgebieden hebben gemiddeld een inkomen van 23.000 euro (39.000 euro in 2017), terwijl akkerbouwers in de veenkoloniën en noordelijke zandgebieden hun inkomen hebben zien dalen van 74.000 inkomen in 2017 naar 24.000 euro dit jaar. Dat laatste is vooral toe te schrijven aan de zetmeelaardappelbedrijven; het inkomen daar zakte van 74.000 euro naar 22.000 euro.
Naast de droogte heeft ook de lagere marktprijs voor suikerbieten een negatief effect gehad op de inkomensontwikkeling. De suikerprijs op de wereldmarkt lag in 2018 20 procent lager dan een jaar eerder. De uienprijs was daarentegen 110 procent hoger, maar boeren waarvan de uienoogst mislukt was, hebben daar niet veel aan gehad.
Ook lagere opbrengsten in België
De uitzonderlijke droogte heeft er dit jaar voor gezorgd dat de winsten van de Belgische landbouwers met bijna een derde zijn gedaald, blijkt uit cijfers van het Belgische statistiekbureau Statbel. Deze negatieve cijfers – de slechtste van de afgelopen vijf jaar – zijn met name een gevolg van de droogte. Die trof vooral de opbrengsten van bieten en aardappelen, maar zorgde ook voor extra kosten voor akkerbouwers.
De verschillen binnen de sector zijn echter groot. In de groentesector zal de stijging van de telersprijzen de opbrengstverliezen niet volledig compenseren, in de akkerbouw hangt de impact van de droogte af van de teelt. Akkerbouwers haalden minder graan van het land, maar dankzij speculatie op de markten stegen de prijzen wel, meldt de Vlaamse nieuwssite Vilt. In de bietenteelt waren de gevolgen van de droogte groot: de oogst viel een kwart kleiner uit. Door de hitte is het suikergehalte wel hoger, maar de bieten zijn veel kleiner.
Ook de Belgische aardappeloogst viel tegen. De aardappelen zijn over het geheel kleiner en van een lagere kwaliteit. De inschatting is dat de verkoopbare opbrengst 36 procent kleiner is dan vorig jaar, aldus Vilt. De prijzen voor vrije aardappelen zijn wel hoger, maar de groep telers die daarvan kan profiteren is klein. Een deel van de producenten kan zijn contract zelfs niet nakomen bij gebrek aan aardappelen.

Tekst: Wim van Gruisen
Zoon van een Zuid-Limburgse pluimveehouder met eigen slachterij, geschoold als econoom. Sinds 2011 in dienst van Agrio, waar hij artikelen schrijft voor de regio- en vakbladen en de Agrio-websites. Zijn focus lag aanvankelijk op landbouweconomie, tegenwoordig vooral op de Haagse en Brusselse politiek.

Tekst: Fenneke Wiepkema
Journalist, opgegroeid op een akkerbouwbedrijf. Schreef al voor verschillende landbouwuitgevers over het vakgebied akkerbouw en doet dit sinds 2012 als chef-redacteur akkerbouw bij Agrio. Schrijft en coördineert voor Akkerwijzer.nl, het vakblad Akkerwijzer en de regionale titels van Agrio.
Beeld: Pierre Amerlynck