Dingeman Burgers maakt bodem zelf klimaatbestendiger
Burgers sprak als praktijkdeskundige op het symposium over klimaatbestendige akkerbouw. De teler uit Zevenbergschen Hoek heeft vooral schade gehad door wateroverlast. „Droogte is voor ons een veel minder groot probleem. In twintig jaar hadden we wel elf keer schade door nattigheid. Tegenover die missers wil ik meer goede oogsten zetten.”
Liefst zaait en poot Burgers op tijd en is hij vroeg weer van het land. Zijn aardappels had hij op 22 september gerooid, zodat er tijd was voor groenbemester of wintergraan zaaien, voordat het te laat in de herfst werd.
Grondbewerking beperkt Burgers. „Bij iedere grondbewerking gaat het om een noodzakelijk kwaad. Ik ploeg niet als het kan, maar alleen als het moet. De machines die we gebruiken zijn minder zwaar, zeg maar minder ijzer en meer rubber. We zetten ook geen knolselderij na aardappelen en houden het land groen.”
Conserverende landbouw
In plaats van niet-kerende grondbewerking spreekt Burgers liever van conserverende landbouw. Met groenbemesters stimuleert hij het goede bodemleven. De groenbemesters dragen bij aan een beter waterbergend en waterleverend vermogen van de grond. Een mengsel kan daarbij goed zijn voor het bodemprofiel, denkt Burgers, maar hij wil geen onkruid of lastige gewasresten. „Ik gebruik vlas in het mengsel dat ik zaai. Dat kan een slakkenprobleem beperken.”
Wormen dragen bij aan de afwatering van de grond. „Ik hoorde van het Louis Bolk Instituut dat als je honderd gram wormen per vierkante meter hebt, dat je grond dan 200 millimeter water aankan.” Burgers denkt dat bij goede zorg voor bodem en bodemleven de greppeltjes op zijn akkers minder vaak nodig zullen zijn. Hij verwacht dat zijn bedrijfsresultaten niet lijden onder een wat extensiever bouwplan. De meeropbrengst van een aantal intensieve gewassen compenseert de lagere frequentie ervan in het bouwplan. „Ik hoef de knolselderij niet voor de koeien te rijden, als de bodem klimaatbestendiger is.”
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes