Column: Column Denemarken: In de startblokken voor de aardappelteelt
De consumptieaardappelen telen we voor het Deense handelshuis Danespo. De aardappelen zetten we af bij een kleinverpakker die zo’n tien kilometer verderop zit. Na de oogst slaan we de aardappelen op in een bult op het land, zoals zetmeelaardappeltelers ook doen. En als het moment van afleveren daar is, laden we ze met de shovel in kippers en dan brengen we de aardappelen zelf naar de verpakker. De aardappelen worden vervolgens afgezet in echt kleine zakjes met zes tot acht knollen. De verpakkers zijn helemaal ingesteld op de gemiddeld genomen kleine gezinnen in Denemarken.
Voor de pootgoedteelt hebben we de licenties binnen. Het is een hele papiermolen voor je hier pootaardappelen kunt telen. Er is bijvoorbeeld een apart registratiesysteem voor pootaardappeltelers. De overheid doet de controle, maar betaalt dit ook. Die kosten heb je dus niet.
Momenteel wordt de grond bemonsterd op aardappelmoeheid. Maar daar verwacht ik geen problemen, hier is immers al zeker veertig jaar geen aardappel meer geteeld. Eén perceel moet nog ontsteend worden, dat kost ook zo’n 400 euro per hectare. En het pootgoed is gereserveerd; we telen komend jaar twee hectare Spunta en twee hectare Desiree. Als het allemaal volgens plan loopt telen we in de toekomst één of meerdere rassen van handelshuis TPC.
Het pootgoed gaat na de oogst in bigbags direct naar Nederland, waar het bij een bevriende akkerbouwer in de bewaring gaat. Transport naar Nederland is goedkoop: er gaan nu nog veel vrachtwagens leeg terug naar Nederland. Daar kunnen we gebruik van maken.
We doen het de eerste jaren rustig aan met de aardappelteelt. Ondanks het feit dat ik ruim twintig jaar ervaring heb met de aardappelteelt in Nederland voelt het toch als een nieuwe teelt. Ik zie het echt als een opstartjaar. Daarom gaan we nu ook nog niet investeren in mechanisatie, ik denk dat we het meeste werk komend seizoen door de loonwerker laten doen. Stel dat het niet allemaal gaat zoals we in gedachten hebben, dan is er in ieder geval nog een weg terug.
We hebben een overeenkomst kunnen sluiten met een aardappelteler die ongeveer 15 kilometer verderop zit. Hij heeft een splinternieuwe Structural pootmachine die we mogen gebruiken, dus dat komt helemaal goed.
Denemarken heeft voor de pootgoedteelt veel voordelen ten opzichte van Nederland. Hier is geen aardappelmoeheid of bruinrot, zoals in veel Nederlandse pootgoedgebieden. Ook is de luizendruk hier veel lager. Bovendien zitten we hier in een zeer ruime rotatie: 1 op 7. Ik blijf me er dan ook over verbazen dat hier nog zo weinig pootgoed wordt geteeld voor Nederlandse handelshuizen en telers. Ik zie daar duidelijk kansen voor de akkerbouw in Denemarken.
In Nederland is momenteel veel reuring over een vrijstelling voor met neonicotinoïden gecoat bietenzaad. Zeven landen, waaronder Denemarken, hebben die vrijstelling voor komend jaar wel verleend. We telen hier geen suikerbieten, dus ik ben niet zo druk bezig met die discussie. Waarom Denemarken wel een vrijstelling heeft verleend en Nederland niet? Ik denk dat het er mee te maken heeft dat de Deense bietenteelt en –verwerking sterk is gericht op binnenlandse consumptie.
Nee, waar ik me als toekomstig aardappelteler meer zorgen over maak is het wegvallen van het loofdodingsmiddel Reglone. Volgend jaar mogen we dat nog gebruiken, maar dan houdt het op. Het middelenpakket voor loofdoding wordt daarmee erg smal.
Het jaar is bijna om, we gaan al weer hard richting kerst en oud en nieuw. Ik wens iedereen het beste en een goed nieuw teeltseizoen toe!