Column: Column Nieuw-Zeeland: 'Binnen een paar weken gaan we oogsten'

Normaal gesproken staan de maanden november en december bij ons in het teken van irrigatie, maar na een relatief droge en warme winter hebben we sinds medio oktober iedere tien dagen en later zelfs iedere week een substantiële hoeveelheid regen gehad, 325 mm in totaal in tegenstelling tot normaal een gemiddelde van rond de 100 mm. Dit heeft tijd (het verzetten van de beregeningsinstallaties) en kosten (electriciteit om het water op te pompen) bespaard, maar zoals vaak met extremen begint het vochtige weer inmiddels wel zijn tol te eisen. De tarwes laten tekenen van fusarium zien en in de erwten begint meeldauw zichtbaar te worden. De spuit is dus maar weer uit de schuur gereden en er is een aantal fungicidebespuitingen uitgevoerd dat in eerste instantie niet gepland was.
Lees verder onder de foto
De tarwes waren op weg naar een erg goede opbrengst, maar de laatste korrels lijken zich niet te gaan ontwikkelen. De gerst ziet er nog goed uit en doet op het moment zijn uiterste best om niet tegen de vlakte te gaan. De graszaden lijken nog steeds een prima opbrengst te gaan geven, maar de klavers hebben door de vele regen erg veel blad ontwikkeld en vanwege beperkte zonneschijn en warmte is de groei van bloemkoppen tot nu toe niet optimaal. Door de grote verscheidenheid aan gewassen die we in dit gebied kunnen verbouwen proberen we ons risico op een natuurlijke manier wat te spreiden en de maximale hoeveelheid beschikbaar water optimaal te benutten (wat afgelopen jaar dus niet van toepassing was!)
Met de ontwikkeling van irrigatie zijn de opbrengsten in Canterbury van alle gewassen enorm gestegen. In een erg droog jaar komt er niet veel meer dan drie tot vier ton van een hectare wintergerst in tegenstelling tot gemakkelijk 11 ton van een hectare beregende gerst. Graszaad teelt op droog land staat gelijk met naar het casino gaan, onder beregening kunnen opbrengsten van 3000 kg geschoond of meer gehaald worden. Omdat de gewassen als gevolg van de beregening minder snel afrijpen is de start van de oogst over de jaren verschoven van eind december naar eind januari en sommige zaden zoals rode biet en boekweit worden tot laat in april geoogst.
Lees verder onder de foto
Alleen baktarwe, voertarwe en voergerst wordt op ons eigen bedrijf in silo’s opgeslagen. De fijne zaden gaan eerst de droogschuur in om gedroogd te worden naar het juiste vochtigheidspercentage en worden vervolgens rechtstreeks naar de zaadschonings bedrijven vervoerd. Graan wordt op maximaal 14,5 procent afgeleverd, graszaad en klaver afhankelijk van het ras op 11 of 12 procent. Eigenlijk kunnen we de granen bijna altijd zonder problemen oogsten, heel soms zetten we er tijdelijk beluchting op en als het echt spannend wordt gaat een enkele partij iets te vochtig de silo’s in en wordt het voor het afleveren overgezet naar de droogschuur.
Tot slot wensen wij iedereen een gezond, voorspoedig en productief jaar toe.
Freda, Steven en Pieter Taco Bierema