Natuurinclusieve landbouw wordt verankerd in groen onderwijs
Hierin spreken 26 verschillende partijen, waaronder groene onderwijsinstellingen, het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt, universiteiten, provincies en boerenennatuur.nl, de ambitie uit om natuurinclusieve landbouw steviger te verankeren in groen onderwijs. Dat heeft het ministerie bekend gemaakt.
De Green Deal is een van de eerste concrete uitwerkingen van de visie 'Landbouw, Natuur en Voedsel: waardevol en verbonden', die de minister vorig jaar presenteerde. In die visie staat de ontwikkeling van kringlooplandbouw centraal.
Natuur benutten
In de definitie van het landbouwministerie wordt bij natuurinclusief denken en handelen de natuur in en rondom het boerenbedrijf zo goed mogelijk benut. Dit wordt vanaf komend jaar als vast onderdeel opgenomen in het lesprogramma van groene opleidingen. Docenten en onderzoekers van vmbo, mbo, hbo en wo werken in een Landelijke Onderwijscirkel Natuurinclusieve Landbouw samen aan kennisontwikkeling, docentscholing en onderwijsontwikkeling op het gebied van natuurinclusieve landbouw. Ook komt er meer focus op samenwerking tussen onderwijsinstellingen en demo-leerbedrijven in verschillende regio’s.
Landbouwminister Schouten ondersteunt deze inhoudelijke vernieuwing van het groene onderwijs. „De mensen die de omslag naar kringlooplandbouw uitvoeren – boeren, tuinders en andere professionals in de agrosector – werken al in de praktijk of worden opgeleid om in de agrosector aan de slag te gaan. Om de beweging naar andere vormen van landbouw te realiseren, is niet alleen een transitie in de landbouwsector zelf nodig, maar ook een transitie in het groene onderwijs en de manier waarop we de ondernemers en boeren van de toekomst opleiden.”
Tekst: Gineke Mons
Gineke Mons (1970) groeide op op een biologisch melkveebedrijf in Gelderland. Na haar studie journalistiek werkte ze 13 jaar bij het Agrarisch Dagblad. Sinds 2008 is ze freelance (landbouw)journalist, met het accent op veehouderij en diergezondheid.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Ministerie van LNV