
‘Ploegloos is omschakelen van ijzer naar biologie’

Bernaerts deed de afgelopen tien jaar veel ervaring op met ploegloos werken. „Mensen denken ‘Ik moet iets doen’, terwijl ze niet weten wat het beste is. Mijn ervaring is dat ‘hoe minder, hoe beter’ de beste raad is”, zegt de adviseur. „Als de bodem niet goed is, kun je er het beste zo veel mogelijk afblijven en als hij wel goed is ook.”
Bernaerts denkt dat de belangrijkste knop die omgaat bij telers die naar ploegloos overgaan, is dat een machine de bodem niet verbetert. „Ploegloos is eigenlijk een omschakeling van ijzer naar biologie. Je gaat dus investeren in biologie, het bodemleven.”
Groenbemesters
Volgens Bernaerts kiezen boeren die niet-kerend (NKG) werken op den duur bijna allemaal voor groenbemestersmengsels. Op die manier stimuleren ze de biologie die goed is voor het volggewas en ze beschermen de bodem door die lang groen te houden, vaak de winter over. „NKG verandert alles. Je moet veel meer vooruit plannen. Al ruim voor de oogst ga je nadenken wat je moet doen om de teelt van het komende jaar goed te laten verlopen. Een verkeerde groenbemester kan tot gevolg hebben dat de volgende teelt niet goed wil.”
Het aantal boeren dat NKG toepast groeit alleen maar. Dat merkt Bernaerts vooral bij de studiegroepen Niet Kerende Grondbewerking en ook aan de toestroom van cursisten bij de speciale trainingen ‘Succesvol toepassen van Niet Kerende Grondbewerking’, die hij samen met Harm Westers verzorgt. Bernaerts: „Bedrijven behalen er goede resultaten mee. Dan wil de buurman het ook leren. Soms is het zo dat iemand een stuk land mag huren, mits hij ook niet ploegt. Als de aardappelen dat jaar op dat perceel het beste zijn, gaat zo’n teler het ook leren.”