
Column: Dijkstra: ‘Laatste stuk ploegen na nachtvorstje’

„Het is rustig op het land. Het werk concentreert zich in de schuur. Samen met mijn vrouw sorteer ik een vracht pootaardappelen. Dit zijn Madeleines voor Turkije, een ras van Agrico. De laatste uien zjn al weg.
Die uien hadden vorig jaar 40 procent minder opbrengst door de droogte. De prijs heeft het gecompenseerd. Het leverde uiteindelijk netto meer op dan elk van de afgelopen drie jaren. Ik ga een normale hoeveelheid zaaien in het nieuwe jaar. Vorig jaar had ik wat grond bijgehuurd, dit jaar doen we de uien op ons eigen areaal.
Ploegen
Ik heb me in het najaar verdiept in niet-kerende grondbewerking (NKG). Voorlopig blijf ik wel ploegen. Het lijkt bij mij het meest bedrijfszekere systeem, zeker als je werkt met fijnzadige gewassen als uien. Bij die teelten is de uitdaging met NKG het grootst. Het grootste deel van het land heb ik geploegd. Nog een derde moet na de vorst, schat ik.
De neerslag sinds november heeft de bodemvochtvoorraad weer aardig aangevuld. In het zuidwesten is het op veel plaatsen nu nog droog. Bij ons hebben we genoeg neerslag gehad, zeg ik gevoelsmatig.
Na de laatste vorst heb ik de groenbemester geklepeld. De phacelia en lupine hebben gebloeid. Ze stonden zo’n 60 tot 70 centimeter hoog. Over de vorst kun je mooi schadevrij klepelen. In twee werkgangen de groenbemester aanpakken, heeft voordelen. Je kuilt dan niet een lading organisch materiaal in met ploegen.
De komende maanden gaan we alles afronden en dan langzaamaan naar het nieuwe seizoen werken. Meestal kan ik begin april de uien zaaien en in de tweede helft van die maand de aardappelen poten.”