'Tijd winnen tot er nieuwe rassen zijn'
Aanpak aardappelmoeheid: „Gas geven en de juiste dingen doen”
Iedereen heeft de hoop gevestigd op de komst van nieuwe zetmeelaardappelrassen met nóg betere resistenties tegen aardappelmoeheid. „Maar dat duurt nog even”, hield Schepel zijn gehoor voor tijdens de bijeenkomst die was georganiseerd door het HLB en InnovatieVeenkoloniën. Daarom moeten telers vol inzetten op de mogelijkheden die er nog zijn, en, niet onbelangrijk, die zaken goed uitvoeren. Moraal van zijn verhaal: resistentie is de basis.
De strijd tegen aardappelmoeheid (AM) is een wapenwedloop tussen de teelt van aardappelen met nieuwe AM-resistenties en cysten met een nieuwe virulentie, zei nematoloog Geert Smant van Wageningen UR. Volgens hem is het nieuwe virulente aaltje een gevolg van selectie: de sterke genen van het virulente aaltje hebben door de jaren heen terrein gewonnen. Volgens Smant is dit aaltje al heel lang in Nederland aanwezig en heeft het zich heel stiekem kunnen vermeerderen. „De laatste jaren openbaarde het zich als een groot probleem.”
Grondontsmetting en inundatie
Naast het telen van resistente rassen zijn er nog een paar mogelijkheden voor telers om AM aan te pakken, maar niet alles is even praktisch of betaalbaar. Natte grondontsmetting is onder strikte voorwaarden nog toegestaan, maar door het verplichte gebruik van folie onbetaalbaar. Deze aanpak kost al gauw 3.000 euro per hectare. Daarnaast is het telen van een vanggewas een optie. Maar raketblad, het vanggewas met een zeer goede werking, is weer zeer lastig te telen. Inundatie is ook een optie. „Maar je hebt heel veel water nodig om een groot perceel te inunderen. Voor een klein hoekje gaat het nog, maar ik zie het in de Veenkoloniën nog niet op grote schaal gebeuren”, aldus Schepel. En dan is er nog de mogelijkheid voor een ruimer bouwplan. „Maar ook dat is een optie waar niemand in dit gebied blij van wordt. Met een rotatie van één op drie gaan we het hier niet halen.”
In de jaren 2000 tot en met 2012 had de sector AM goed onder controle. Het aantal besmettingen nam jaar op jaar sterk af en kwam in 2012 dicht bij de nul uit. Helaas veranderde dat beeld na dat jaar drastisch: sinds 2012 is het aantal besmettingen weer hard opgelopen. Dit komt onder meer door de vondst van een nieuwe virulente Pallida-variant.
Project 16069
Om dat te keren, heeft het HLB het Project AM precies in beeld (Project 16069) opgezet. Circa 80 telers uit de Veenkoloniën doen hier aan mee. In het project zijn percelen in kaart gebracht en bemonsterd. Vervolgens is met onder meer een rassenkeuzetoets en de inzet van resistente rassen gekeken wat de beste aanpak van deze nieuwe variant is.