
“Tegen cercospora zet ik het sterkste schema in”

“Eigenlijk boer ik voor mijn zoon”, lacht Jan Fonteijn. Zijn opvolger heeft een baan buitenshuis; wel helpt hij in de herfst mee met de oogst. Met uitzondering van zaaien en oogsten doet de kwieke senior de suikerbietenteelt in eigen beheer. Die teelt is een serieuze zaak want, zegt Fonteijn: “Het is vaak mijn beste renderende gewas en ik vind het een uitdaging om boven het streekgemiddelde te zitten met mijn opbrengstcijfers.” Om zijn teeltkennis op peil te houden is Fonteijn lid van een studieclub en ook zijn machinepark houdt hij tiptop in orde. Zijn grote trots is de spuit met sectieafsluiting op GPS. “Dat is veel nauwkeuriger dan handbediening. Ik ben blij dat ik dat heb aangeschaft.”
Zware besmetting
In Fonteijn’s regio is cercospora met afstand de grootste bedreiging van de bietenteelt. “Stemphylium en meeldauw komen hier amper voor maar cercospora kan zware besmettingen geven”, vertelt hij. Fonteijn probeert met vruchtwisseling de kansen voor de ziekte te verkleinen. Waar mogelijk teelt hij 1 op 6, maar dat lukt niet op al zijn percelen. “En als je nauwer teelt, heb je eerder problemen”, weet Fonteijn. De droge zandgrond dwingt jaarlijks tot beregening; vier keer is heel gewoon en in 2018 trok Fonteijn zelfs negen keer de haspel over de bietenpercelen. Hij realiseert zich dat dit risico’s met zich meebrengt. “Waar de kopsproeier staat, blijft het lang nat en als er problemen zijn met cercospora zie je ze daar het eerst.” Om de risico’s te beperken voert Fonteijn de schimmelbespuitingen altijd uit voordat hij beregent.
Brede werking
Ook met de middelkeuze probeert Fonteijn de kansen voor bladschimmels te minimaliseren. Zijn eerste bespuiting doet hij steevast met Retengo Plust. “Jaren geleden ben ik daar mee begonnen op advies van mijn teeltadviseur en het bevalt me prima.” Retengo wordt vaak voor de eerste bespuiting geadviseerd vanwege z’n brede werking. Bij de vervolgbespuitingen wisselt Fonteijn regelmatig van middel en Opus Team heeft dan vaak een plek in het schema. In 2018 spoot hij Opus Team bij de derde en vierde bespuiting. Achteraf gezien had hij dat liever anders gedaan. “Ik was sowieso aan de late kant met de tweede bespuiting; het was zo’n 25 dagen na de eerste. Ik dacht dat cercospora wel zou bezwijken door de hitte in juli en augustus, maar die schimmel blijkt juist warmte minnend te zijn. Ik had beter een week eerder kunnen spuiten. En met de kennis van nu had ik de Opus Team beter als tweede bespuiting kunnen inzetten. Dat ga ik komend jaar doen. Daar heb ik wel vertrouwen in.”