Klei toevoegen om zandbodem te verbeteren
Een hoger organische stof gehalte is zowel gunstig voor de mineralenbenutting als voor de reductie van CO2-emissie en dus voor het beperken van de broeikasgasemissie uit de landbouw. De traditionele oostelijke zandgronden in Nederland hebben op sommige plekken een toplaag van slechts 20 centimeter. Die bodem zorgt voor lagere gewasopbrengsten en slechte mineralenbenutting en meer nitraatuitspoeling.
Proefopzet
Exacte cijfers van het effect van kleitoevoeging aan zandgrond zijn er nog niet. De proef op de boerderij van Wageningen Livestock Research gaat drie jaar duren en vindt plaats op zowel een perceel grasland als een perceel maïsland. Daarbij wordt gebruik gemaakt van zware zavel met een lutumgehalte van 20 procent uit Aerdt (GD) en van zware klei met een lutumgehalte van 60 procent uit Tricht (GD). Een meststrooier brengt jaarlijks een kleilaag van 1,5 centimeter op de graslanden en eenmalig een kleilaag van 5 en 10 centimeter op het bouwland. Op het bouwland wordt de klei met een spitmachine gemengd met de bestaande onderlaag. De proefboerderij meet vervolgens bij alle varianten van de proefopstelling de bodemkwaliteit, het vocht- en mineralenbergend vermogen en de gewasopbrengst.
Tekst: Geert van den Biggelaar
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in Noord-Brabant. Studeerde veehouderij aan de HAS in ’s-Hertogenbosch vervolgens dierwetenschappen aan de Wageningen Universiteit. Sinds 2016 parttime melkveehouder en parttime redacteur bij Agrio. Verantwoordelijk voor melkvee-gerelateerde onderwerpen in vakblad Melkvee, website Melkvee.nl en de regiobladen.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Verantwoorde Veehouderij