Teruggang van insecten zorgelijk, maar probleem is breder dan landbouw
Om de afname van biodiversitet te stoppen, moet vooral de landbouw worden aangepakt, betoogden de PvdD en GroenLinks donderdag tijdens het debat over insektensterfte. „De oorzaken zijn bekend”, stelde Laura Bromet (GroenLinks). „Intensieve landbouw, te veel stikstof en fosfaat afkomstig uit mest van ons vee, en landbouwgif.” Ze pleitte daarom voor niet nog meer overleg en onderzoek, maar om snelle maatregelen.
Die stappen waren wat te snel voor Jaco Geurts (CDA). Ook hij erkende dat de teruggang van insekten zorgelijk is, maar dat te snel naar landbouw wordt gewezen. „Men vergeet dan dat de landbouwgrond in Nederland is afgenomen”, stelde hij. „Tussen 1950 en 2016 is 550.000 hectare cultuurgrond aan de landbouw onttrokken. Sinds 1996 is 40.000 hectare landbouwgrond bebouwd met woningen en bedrijven, en is 10.000 hectare landbouwgrond bos geworden.”
Ruimtelijke ordening is inderdaad een van de oorzaken, erkende ook Frank Futselaar (SP). De overheid zou wat hem betreft ook maatregelen kunnen nemen; die zou bloemrijke wegbermen kunnen aanleggen, en steden zouden minder moeten bezuinigen op groenbeheer. „Daar is gekozen voor het makkelijkste onderhoud, en daardoor is ook een monocultuur ontstaan”, stelde hij. „Het kan veel diverser.”
Maar desondanks ontkom je er niet aan ook naar de landbouw te kijken, vond hij. „Laten we eerlijk zijn: daar komen we niet onderuit.” Hij kijkt uit naar het nieuwe GLB, waarin maatregelen die biodiversiteit bevorderen, kunnen worden beloond. „Maar we kunnen niet een paar jaar wachten tot dat nieuwe GLB er is”, vond hij. „We zullen nu actie moeten ondernemen om die slagen te maken.”
Niet blindstaren op landbouw
Minister Schouten gaf aan dat Nederland tekortschiet om de biodiversiteit te bewaren. Dat het meer moet doen. „Maar er is niet één knop die ik kan indrukken om daar wat aan te doen. Er moet op ontzettend veel terreinen tegelijk wat gebeuren.”. Alleen al op het gebied van landbouwbeleid gaat het over mestbeleid, gewasbescherming, financiële prikkels. Maar het gaat ook over ruimtelijke ordening en waterbeleid. En al die terreinen moeten tegelijkertijd worden aangepakt. „We moeten ons dus niet blindstaren op landbouw, het is echt breder dan dat.”
Maar wat landbouw betreft vindt de minister dat de landbouw niet zomaar maatregelen opgelegd kan krijgen. Er zullen verdienmodellen worden ontwikkeld, zodat boeren de kosten van de maatregelen ook kunnen terugverdienen. Ook brengt de minister in kaart welke regels boeren belemmeren om meer aan biodiversiteit te doen. Ze wil de problematiek rond biodiversiteit ook terug laten komen in andere onderwerpen, zoals de Kaderrichtlijn Water en het mestbeleid. Want beleidsonderdelen staan niet op zich, waarschuwde ze. „Soms zijn er ook dilemma's. Wat voor het ene terrein goed kan zijn - ik noem bijvoorbeeld ammoniak - kan op een ander terrein weer moeilijker liggen, bijvoorbeeld ten aanzien van de bodem.” En die dilemma's wil ze in de Tweede Kamer op tafel gaan leggen.