T0 in tarwe: roest en Septoria voorkomen - resistentievorming en advies
Juiste tijdstip T0-bespuiting belangrijk
Een doemscenario voor graanziekten ligt op de loer. Septoria is goed bestand tegen de winter en vormt een steeds groter wordend probleem. Bij gele roest is er sprake van agressievere stammen die in het najaar al de eerste percelen hebben geïnfecteerd. Syngenta adviseert om bij rassen die gevoelig zijn voor Septoria en/of gele roest standaard een T0-bespuiting uit te voeren. Telers zullen extra alert moeten zijn om het juiste spuitmoment te bepalen. Percelen waar in het najaar al sprake was van een fors ontwikkeld gewas, erdienen extra aandacht. Als warm weer zijn intrede doet zullen deze percelen wellicht iets eerder behandeld moeten worden. Het TE vroeg toepassen van een T0 is echter niet aan te bevelen. Door veel nieuwe groei in de periode tussen T0 en T1 loopt men dan het risico dat veel nieuw blad onbeschermd is.
Houdt de ziektedruk goed in de gaten en voer een T0-bespuiting uit zodra u aantasting gewaar wordt.
T0: Kies voor beweeglijke triazolen
Naast timing is ook de middelenkeuze belangrijk. Een goed voorbeeld hiervan is de keuze voor een triazool. Triazolen lopen al heel wat jaren mee in de granenteelt. Over het algemeen hebben alle toegelaten triazolen zowel een werking op Septoria als op roesten. Er is wel onderling verschil in effectiviteit en in verdeling binnen de plant. Nieuwere triazolen zoals epoxiconazool en prothioconazool hebben een langere werkingsduur dan de oudere triazolen. Deze stoffen worden na een bespuiting in beperkte mate herverdeeld binnen het blad, genoeg om een goede verdeling te krijgen maar onvoldoende om nieuwe groei te beschermen. Hierdoor is de verdunning binnen de plant minimaal en kan de lange werkingsduur behaald worden. Sommige oude triazolen hebben echter de eigenschap dat ze snel en verder door de plant verdeeld worden. Een voorbeeld hiervan is propiconazool, een triazool met een hoge systemische werking. Blad dat na de toepassing wordt gevormd zal daardoor ook beter beschermd worden. Een nadeel van deze systemische triazolen is dat ze een korte werkingsduur hebben, het middel wordt sneller verdund in de plant. Sterk systemische triazolen kunnen daardoor nadelig zijn wanneer ze later in het seizoen worden toegepast. Omdat de duurwerking te kort is. Maar ze zijn perfect voor een T0 toepassing omdat ze sneller op de juiste plek kunnen komen in een snel ontwikkelend gewas. Door de kortere interval tussen T0 en T1 is de korte duurwerking geen probleem.
Tips ter voorkoming van resistentie door toepassen van een T0
Voorkomen van hoge ziektedruk is een belangrijke factor in resistentie-management. Kies gezonde rassen uit of voer bij gevoelige rassen standaard een T0-bespuiting uit.
Advies: Gebruik voor een T0-bespuiting beweeglijke triazolen zoals propiconazool of cyproconazool. Deze passen beter op T0 dan epoxiconazool of prothioconazool. Dit kan bijvoorbeeld met Bravo Premium, speciaal ontwikkeld voor de T0-toepassing. Naast propiconazool bevat dit product ook chloorthalonil. De combinatie van deze actieve stoffen zorgt voor een curatieve en preventieve werking tegen Septoria en gele roest.
Het aantal actieve groepen in de graanteelt is beperkt en het voorkomen van resistentie daardoor erg belangrijk. In veel nieuwe middelen worden actieve stoffen al gemengd om resistentie-opbouw te voorkomen. Maar het voorkomen van situaties met hoge ziektedruk is ook een belangrijke vorm van resistentie-management. Het kiezen van gezonde rassen zal eraan bijdragen dat er minder druk komt op de middelen. De vorming van meer ziektesporen zorgt namelijk voor meer mutaties bij de schimmel, meer mutaties geeft een hogere kans op de vorming van een resistente mutatie. Indien men er toch voor kiest om een minder gevoelig ras te kiezen vanwege andere groei-eigenschappen, zal een T0-bespuiting helpen om resistentie-opbouw te voorkomen. Ook dit zal de ziektedruk vroeg in het seizoen laag houden waardoor de volgende bespuitingen minder onder druk komen te staan en effectiever zullen zijn.