De Jong: ‘Sta open voor één organisatie’
54 leden van NAV vulden de vragenlijst over agrarische belangenbehartiging in. In totaal hebben 477 boeren, die het meest actief zijn in de akkerbouw, deelgenomen. Ongeveer 1 op de 10 deelnemende akkerbouwers is dus lid van NAV. „Onze eigen cijfers komen zeer overeen met het percentage in dit onderzoek”, weet De Jong. „Wij hebben 600 leden en wij rekenen dat er ongeveer 6.000 professionele akkerbouwers zijn in Nederland.”
Jongere leden
Ondanks een krimpende markt merkt de Friese voorzitter dat de leden NAV trouw blijven. „Het ledenaantal blijft de laatste jaren stabiel. Stoppers tellen wij niet mee. We zien daarentegen wel dat de gemiddelde leeftijd van onze leden daalt. Dat zijn twee elementen die voor ons erg positief zijn.”
In het onderzoek hebben de leden van NAV aangegeven dat zij met name verwachten dat de organisatie zich bezighoudt met de behartiging van de akkerbouwsector specifiek. Daarnaast verwacht ook 1 op de 3 deelnemende leden een goede behartiging van de landbouwsector in het algemeen. „Wij zijn primair voor akkerbouwers, dus goede behartiging voor die sector in het bijzonder is ons hoofddoel”, vertelt De Jong. „Als je je sector goed naar buiten brengt, heeft dat ook een positief effect op de gehele agrarische sector. Dat is een bijvangst, geen hoofddoel.”
Daarnaast geeft een groot deel van de NAV-leden aan een goede promotie van de sector te verwachten. Maar is dat wel een taak van een belangenbehartiger? „Ja”, aldus de voorzitter. „Wij willen de zaken wel goed voorlichten aan de burger. Daarom hebben wij enkele jaren geleden de website www.akkerbouwvannu.nl gelanceerd. Dit is een site voor de consument waarop we bepaalde zaken uitleggen.”
Enkele leden van NAV hebben in het onderzoek opgemerkt dat ze graag meer samenwerking zien met andere sectorale belangenorganisaties, zoals NMV. Dit gebeurt volgens de NAV-voorzitter al. „Wij hebben elk kwartaal overleg met de andere sectorale organisaties, zoals POV, NVP en NMV. Die samenwerking willen we bewust niet groter maken. We willen geen tweede LTO worden en intern in een spagaat raken. De basis willen we uit elkaar halen, maar onderling wel elkaars problemen bespreken.”
Eén organisatie
Een deelnemer pleit voor één grote belangenorganisatie, waarin alle sectoren leden kunnen aanleveren die samen in een raad beslissen over bepaalde agrarische beleidsstukken. „Dat zou kunnen als je een koepel hebt met verschillende sectorale poten, want de belangen van iedereen blijven verschillend”, vindt De Jong. „Dit was ook de bedoeling bij de oprichting van LTO, maar dat is het niet geworden. In het proces van vorming is dit destijds om zeep geholpen, daardoor is het nu de huidige organisatie. Ik sta open voor één landelijke organisatie als dat een meerwaarde is en als je onafhankelijk kunt blijven.”
Een uitgebreidere analyse over NAV staat zaterdag 30 maart in de speciale bijlage Onderzoek Belangenbehartiging die is bijgesloten bij de vier regionale vakbladen Veldpost, Vee & Gewas, Stal & Akker en Agraaf. Nog geen abonnee? Vraag hier een proefnummer aan.
Verantwoording onderzoek
Aanleiding voor het onderzoek is de grote onvrede onder boeren over de belangenbehartiging. Het onafhankelijke onderzoek is uitgevoerd in januari 2019 door agrarisch marktonderzoeksbureau Geelen Consultancy uit Wageningen in opdracht van Agrio uitgeverij. De opzet en vragen zijn van tevoren voorgelegd aan en gelezen door de belangenorganisaties, waarbij LTO zijn vertrouwen in de onderzoeksopzet heeft uitgesproken. Het onderzoek is toegestuurd aan 18.500 boeren uit de databases van Agrio en Geelen Consultancy en digitaal verspreid via de websites van Agrio onder met name melkveehouders, akkerbouwers, varkens- en pluimveehouders; de doelgroepen waarop Agrio zich via haar media richt en over een adequate en actuele database beschikt. Het onderzoeksresultaat is gebaseerd op 1.968 ingevulde vragenlijsten.