Geen risicogrenzen overschreden bij gebruik gewasbeschermingsmiddelen in bollenteelt
RIVM pleit voor kennisplatform over gewasbescherming en gezondheid
Het RIVM heeft dit jaar onderzoek gedaan onder omwonenden van bollenvelden waar gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt. Daarin zijn ook de telers en hun gezinsleden meegenomen.
Onder de risicogrenzen
Het instituut concludeert dat in de buurt van bollenvelden resten zijn gevonden van bestrijdingsmiddelen in de buitenlucht rond woningen, in het stof op de deurmat en in het huisstof. Daarnaast zijn resten gevonden in de urine van omwonenden, bij volwassenen en bij kinderen. De gehalten van gemeten middelen in de lucht en urine waren niet hoger dan de risicogrenzen. Wel is meer onderzoek nodig naar het risico van alle bestrijdingsmiddelen voor omwonenden, stelt het RIVM.
De bestrijdingsmiddelen zijn niet alleen aangetroffen bij mensen die vlak naast de bollenvelden wonen. Ook bij mensen die op grotere afstand van de bollenvelden wonen zijn de middelen aangetroffen. Omwonenden kunnen ook op een andere manier dan via de omgeving resten van bestrijdingsmiddelen binnenkrijgen, bijvoorbeeld via voedsel. De onderzoekers hebben bij bollentelers en hun gezinsleden meer bestrijdingsmiddelen gemeten dan bij andere omwonenden.
Beoordelingsmethodiek verbeteren
Het Onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Omwonenden biedt volgens het RIVM nieuwe kennis over de manier waarop gewasbeschermingsmiddelen zich verspreiden. Dit gebeurt via verwaaide druppels, verdamping en huisstof. Met deze kennis kan de bestaande beoordelingsmethodiek worden verbeterd, stellen de onderzoekers.
De gemeten gehalten in lucht en urine van de onderzochte groep middelen bleken onder de risicogrenzen te liggen die gebruikt worden bij de toelating van bestrijdingsmiddelen. Toch zijn er volgens het instituut nog vragen open, onder meer over het gezamenlijke effect van de stoffen. Het RIVM adviseert daarom om bij de toelating van bestrijdingsmiddelen ook de verschillende combinaties van bestrijdingsmiddelen te bekijken.
Geen indicaties van gezondheidsproblemen
Het RIVM heeft eerder een verkennend onderzoek uitgevoerd naar de gezondheid van omwonenden van landbouwgrond. Er waren geen indicaties van gezondheidsproblemen bij de bollenteelt, maar wel in een aantal andere teelten. Het zou goed zijn om met de nieuwe kennis in een vervolg te bekijken of gezondheidsonderzoek nuttig is, adviseert het RIVM.
LTO Nederland, KAVB en NFO onderschrijven het belang van een plek waar burgers, ondernemers, provincies en gemeenten terecht kunnen met vragen over gewasbescherming en gezondheid. Zo’n informatiebron zou onder verantwoordelijkheid van de nationale overheid moeten vallen, en alleen kunnen bestaan met actieve participatie van boeren en tuinders.