Ctgb: Gebruik gewasbeschermingsmiddelen geeft geen gezondheidsrisico’s omwonenden
Beide onderzoeken naar de blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen van omwonenden van landbouwgebieden laten zien dat onder realistische gebruiksomstandigheden de veilige grenswaarden niet worden overschreden. Er is voor het Ctgb dan ook geen reden om in te grijpen in de toegelaten middelen. Die overall conclusie heeft het Ctgb in een advies gestuurd naar de staatsecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en voor de minister van landbouw.
Kwetsbare groepen
Er is nog wel nader onderzoek nodig naar de gaten in de beschikbare kennis, bijvoorbeeld in verband met de risico’s gerelateerd aan de blootstelling van kwetsbare groepen zoals jonge kinderen en combinaties van stoffen. Dat zeggen staatssecretaris Van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat en minister Schouten (Landbouw) in een brief aan de Kamer. De Gezondheidsraad krijgt de opdracht dit onderzoek uit te voeren.
LTO Nederland, KAVB en NFO zijn verheugd dat er geen gezondheidsrisico´s zijn. De drie organisatie spreken de hoop uit dat telers en omwonenden hiermee dichter bij elkaar komen. LTO Nederland, KAVB en NFO onderschrijven het advies om in te zetten op betere communicatie over gewasbescherming. Betrouwbaarheid, integriteit en zorgvuldigheid zijn daarbij belangrijke kernwaarden. Het optreden van het RIVM in de afgelopen maand, waarbij informatie is gelekt en het RIVM meewerkte aan tendentieuze berichtgeving, maakt dit des te meer duidelijk. De onrust die hierdoor ontstond schaadde het vertrouwen van omwonenden, die gebaat zijn bij duidelijkheid over de klaarblijkelijk geruststellende uitkomsten. Ook telers zijn gedupeerd; de ondernemers en hun families hebben sinds het begin van het onderzoek in het volste vertrouwen meegewerkt.
Kennisplatform
In zijn conclusies pleit het RIVM voor het oprichten van een kennisplatform over gewasbescherming en gezondheid waar mensen terecht kunnen met vragen over dit onderwerp. Het Onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Omwonenden biedt volgens het RIVM nieuwe kennis over de manier waarop gewasbeschermingsmiddelen zich verspreiden. Dit gebeurt via verwaaide druppels, verdamping en huisstof. Met deze kennis kan de bestaande beoordelingsmethodiek worden verbeterd, stellen de onderzoekers.
Het instituut concludeert dat in de buurt van bollenvelden resten zijn gevonden van bestrijdingsmiddelen in de buitenlucht rond woningen, in het stof op de deurmat en in het huisstof. Daarnaast zijn resten gevonden in de urine van omwonenden, bij volwassenen en bij kinderen. De gehalten van gemeten middelen in de lucht en urine waren niet hoger dan de risicogrenzen. Wel is meer onderzoek nodig naar het risico van alle bestrijdingsmiddelen voor omwonenden, stelt het RIVM.