Waarschuwingsdienst vergelingsziekte: bladluizen tellen op 75 bietenpercelen
De beheersing van vergelingsziekte is dit jaar één van de grootste uitdagingen in de bietenteelt. Met het verbod op de neonicotinoïden neemt de dreiging van vergelingsziekte weer flink toe. Goede alternatieven voor de aanpak van de groene perzikbladluis, de overbrengers van vergelingsvirussen, zijn er onvoldoende. Om escalaties met vergelingsziekte voor te blijven, hebben Suiker Unie en IRS het oude instrument van monitoring- en waarschuwing weer uit de kast gehaald.
Groen en rood
Buitendienstmedewerkers van Suiker Unie bekijken ieder op vier percelen in hun werkgebieden de luizenstand. Hiervoor bekijken ze twintig planten verspreid over het perceel. Deze bevindingen geven ze via een app door. Op de site kunnen telers zien wat de status is in hun regio. Op de kaart wordt met groen aangegeven waar luizen zijn geteld, rood staat vervolgens voor een overschrijding van de schadedrempel. Ook kan de teler terugkijken naar de situatie in het verleden, bijvoorbeeld het aantal getelde luizen in de week er voor. De kaart wordt ieder uur ververst, zegt IRS-onderzoeker Elma Raaijmakers.
Voor de monitor worden geen vaste percelen gevolgd; iedere week bekijkt de buitendienstmedewerker vier andere percelen. Dit geeft een beter beeld van de actuele situatie in een bepaalde regio, meent Raaijmakers. „Een net bespoten perceel geeft een heel ander beeld van de luizendruk.”
Hoogte van de schadedrempel
De hoogte van de schadedrempel is niet het hele seizoen gelijk. In mei en de eerste helft van juni ligt die drempel op twee of meer luizen per tien planten. In de tweede helft van juni is dat vijf of meer luizen. Vanaf juli ligt die ondergrens op vijftig luizen. Bij een overschrijding van deze schadedrempels is het advies om een bespuiting uit te voeren met Teppeki, Pirimor of Calypso. Om resistentie te voorkomen, is afwisseling belangrijk.
De groene perzikbladluis brengt het vergelingsvirus over. Een blad dat is aangetast door het virus laat pas na twee tot negen weken – afhankelijk van de temperatuur – de symptomen zien.
Raaijmakers roept telers op vooral ook zelf hun eigen percelen goed in de gaten te houden. „Ieder perceel is anders. Daarom is het belangrijk om ook zelf tellingen te doen.” Belangrijke plekken om te zoeken naar luizen zijn beschutte plaatsen langs bijvoorbeeld een bomensingel of een schuur. „In de luwte worden luizen als eerste gevonden.”
Teeltvoorschriften
In het teeltvoorschrift vergelingsziekte in bieten is vastgelegd dat het verboden is om in belangrijke teeltgebieden suiker- en voederbieten (of resten daarvan) met bladvorming in voorraad te hebben. In Noord-Nederland geldt dit verbod vanaf 15 april en in Midden-Nederland en Zuid-Nederland vanaf 1 april. Het teeltvoorschrift moet de verspreiding van de vergelingsziekte tegengaan door te voorkomen dat de volgende teelt wordt besmet vanuit zieke bieten (door luizen).
Snel schakelen op verbod neonicotinoïden
De kosten worden in dit eerste seizoen gedragen door Suiker Unie. Later dit jaar volgt een evaluatie. Het is de intentie om de waarschuwingsdienst uit te breiden naar andere ziekten en plagen. „Maar op dit moment is vergelingsziekte de grootste bedreiging. Het was zaak om snel te schakelen.”
Suiker Unie en IRS zijn niet onbekend met een waarschuwingsdienst voor vergelingsziekte. In 1959 is zo’n systeem opgestart, waarbij van mei tot half juli wekelijks luizen werden geteld op 200 percelen in Nederland. Deze gegevens werden verwerkt bij het IRS en wanneer het nodig was, omgezet in waarschuwingskaarten. Toen neonicotinoïden werden gebruikt in het pillenzaad als bescherming tegen onder meer bladluizen werd deze dienst overbodig. In 2002 is de waarschuwingsdienst dan ook gesloten.