Schouten: Planten en teelten moeten weerbaarder
In 2030 kunnen gewassen tegen een stootje en zijn teeltsystemen grotendeels zelfregulerend, zo staat in de visie. Het doel is om een systeem op te tuigen waarbij ziekten en plagen minder kans krijgen, zodat de noodzaak om in te grijpen tot een minimum beperkt blijft. Waar nodig wordt volgens de visie tijd- en plaatsspecifiek bijgestuurd.
Weerbare rassen
De weerbaarheid van planten en systemen moeten onder andere worden verbeterd door het gebruik van weerbare rassen met groeikracht, en ziekte- en plaagresistentie. Nieuwe genetische technieken moet het mogelijk maken om sneller resistente eigenschappen tegen ziekten en plagen toe te voegen aan plantenrassen. Tevens worden gewassen weerbaarder gemaakt door het toepassen van mengteelten, waardoor bij aanvang van de teelt een biologische buffer ontstaat.
Verbeteren bodem
Er moet meer aandacht komen voor het verbeteren van de bodemvruchtbaarheid, -structuur, -leven en -vochthuishouding om teeltsystemen sterker te maken. Ook zouden teelten beter moeten passen bij de plaatselijke omstandigheden en kunnen op bedrijfs- en regionaal niveau andersoortig landgebruik door bijvoorbeeld veehouderij elkaar aanvullen. Tot slot kan precisielandbouw een belangrijke ondersteuning leveren om de kans op ziekten en plagen vroegtijdig in beeld te krijgen en deze plaatsspecifiek aan te pakken, aldus het advies.
Residuen
Dit alles moet leiden dat het huidige hoge beschermingsniveau blijft gehandhaafd zonder dat dit ten koste gaat van de voedselveiligheid. ‘Doordat in 2030 gewasbeschermingsmiddelen worden ingezet zoals in deze Toekomstvisie is beschreven, neemt de kans op de aanwezigheid van residuen op producten af.’
Hoe deze visie tot uitvoering moet worden gebracht wil de minister voor het zomerreces 2019 bespreken met alle betrokken partijen.