200 Hectare overgezaaid als gevolg van korst, vorst en vreterij
Opkomst bieten wisselt sterk: van goed tot overzaai
Op een aantal percelen gaan zeer waarschijnlijk kiemplanten verloren door onderdoor uitdroging. Op verschillende percelen worden de bieten daarom beregend. In het zuidwesten speelt ook nog korstvorming een rol wat in enkele gevallen leidt tot overzaaien, meldt Cosun. In totaal is tot nu toe op circa 200 hectare overgezaaid, zegt Pieter Brooijmans van Cosun. Belangrijkste oorzaken hiervoor waren korstvorming, vorstschade en muizenvraat. Maar dit jaar leiden ook insecten als springstaarten tot overzaai.
Vreterij
Vanuit alle gebieden komen meldingen van insectenaantastingen. Ondergrondse vreterij van springstaarten is op veel percelen geconstateerd. Met plaatselijk grote gevolgen: in Noordoost-Groningen wordt deze week vanwege te weinig planten door springstaarten 40 hectare overgezaaid. Op de lichtere gronden zijn aardvlooien actief, maar daar is volgens Cosun nog geen reden voor het uitvoeren van een bespuiting. Uit het zuiden krijgt het IRS diverse meldingen van aantasting van suikerbieten door de zwarte bonenluis.
Stuifschade
Door de harde wind van de afgelopen dagen hebben de bietjes op de stuifgevoelige gronden stevig geleden. Daar waar op korte termijn de eerste onkruidbestrijding wordt uitgevoerd, waarschuwt Cosun voor felle werking op de beschadigde bietjes.
Praktisch overal zit al het bietenzaad in de grond. Alleen op het noordelijk zand en de dal/veengronden moet nog een klein areaal worden gezaaid. De gemiddelde zaaidatum is 7 april, twee dagen later dan het vijfjarig gemiddelde. Het vroegst werd gezaaid in Zeeuws-Vlaanderen (gemiddeld op 1 april), in het noorden was dat met een gemiddelde zaaidatum van 12 april aanzienlijk later.