KBIVB: Veel lichte maar weinig ernstige schade op Belgische bietenpercelen

Ongeveer 70 procent van de Belgische bietentelers heeft er, ondanks de ontheffing, voor gekozen om geen met neonicotinoïden gecoat zaad te zaaien. Hierdoor zijn ook in België problemen ontstaan met vraat- en zuigschade door schadelijke insecten. In de afgelopen weken waren het vooral de bietenkevers en aardvlooien. Hoewel op veel percelen schade zichtbaar was, zal deze schade vermoedelijk slechts op een vrij beperkt aantal percelen tot opbrengstderving leiden. Nu de plantjes in het vier- of zesbladstadium komen, is die dreiging kleiner geworden.

Force heeft voldoende geholpen

Het KBIVB heeft de indruk dat het gebruik van zaad dat is behandeld met Force voldoende heeft geholpen om de schade door bietenkevers relatief laag te houden, zegt directeur Barbara Manderyck. Force in het pillenzaad werkt tegen bodeminsecten (ondergrondse bietenkevers, ritnaalden, wortelduizendpoten, miljoenpoten, en in mindere mate tegen ondergrondse springstaarten en emelten). „De schade lijkt dan ook vooralsnog mee te vallen dankzij het koude weer. Maar als het weer verandert, kan dat beeld ook snel veranderen zeker nu de groene bladluizen er aan komen.”

Na het verbod op de neonicotinoïden hebben meerdere landen in de EU een ontheffing verleend voor bietentelers, zodat ze wel gebruik konden maken van gecoat zaad. Nederland zag hier van af, België deed het wel. Slechts 30 procent van de Belgische telers zag heil in deze regeling. Ook het KBIVB zag al vroeg aankomen dat het percentage dat hier gebruik van zou maken laag zou zijn. „Door de restricties die aan de ontheffing vast zitten, is deze regeling voor veel telers onwerkbaar. Er zijn hier veel bedrijven met aardappelen en groente in het bouwplan.” Telen volgens de ontheffing leidt er toe dat deze bedrijven pas na zes jaar weer groenten als erwten en bonen kunnen telen.

Goodwill

Manderyck benadrukt dat de Belgische bietenteelt veel goodwill heeft gekregen van de overheid. „Ze hebben hard met ons nagedacht over een oplossing voor de problemen waar met name de bietensector voor werd gesteld. Het is nu helaas wel de realiteit dat de regeling voor relatief weinig mensen praktisch is. Maar het was dit of niets. Nu hebben we in ieder geval nog voor een deel van de telers wat kunnen doen.”

Voor de telers die zonder neonicotinoïden werken, werd een ontheffing verkregen op Movento (Spirotetramat) om indien nodig een tweede, werkzame, behandeling tegen groene bladluizen te kunnen uitvoeren.

Impact

De impact op de opbrengst van het beperkte gebruik van de zaaizaadbehandelingen met neonicotinoïden kan pas na de oogst worden ingeschat .„De impact op het insecticidengebruik en de extra teeltkost is nu al duidelijk."