Vlaspercelen door kou beduidend meer last van aardvlooien
Dat de vraatschade door de zwarte kevertjes in het vlas dit jaar groter is, is volgens Verschueren een gevolg van de koude temperaturen van de afgelopen tijd. „Het vlas wilde door die kou onvoldoende groeien en de jonge vlasplantjes hebben daardoor meer last van vreterij. Nu het warmer wordt hopen we dat het vlas beter doorgroeit en zo snel mogelijk het kiembladstadium voorbij is.”
Beschikbare middelen niet afdoende
Volgens Verschueren is de grote druk op vlaspercelen in Zeeuws-Vlaanderen te verklaren omdat op de zwaardere grond geen egale opkomst is en daardoor de schade door aardvlooien groter is. „De nog beschikbare middelen Decis en Karate zijn niet afdoende. Deze middelen hebben meer een afwerende werking in plaats van dodende.” Verschueren betreurt dat de coating van het vlaszaad met een neonicotinoïde niet meer is toegestaan. „We hebben één jaar een toelating gehad, maar die is ook meteen weer ingetrokken. De milieuschade is nu veel groter, want telers moeten nu veel meer spuiten.”
Blijvende schade
Verschueren waagt zich niet aan een schadepercentage voor de 2.500 hectare vlas die in Nederland worden geteeld. „Er is zeker blijvende schade op percelen waar sprake van plantwegval is. Op sommige percelen tot wel 25 procent. Voor heel Nederland kan ik het nog niet overzien. Het speelt met name in Zeeuws-Vlaanderen, in Zuid-Beveland is de druk een stuk minder.”