‘Pyrethroïden passen niet in geïntegreerde teelt’

Terug in de tijd. Voorzien van die hashtag deelden akkerbouwers dit voorjaar op Twitter zwart-witfoto’s van het bietenzaaien. Het weglaten van een zaadbehandeling met neonicotinoïden zou dwingen tot teruggrijpen op zwaarder geschut, waaronder de groep pyrethroïden.

Helaas kwam die verwachting uit. Adviseur Crettiënne Oomen, werkzaam als gewasbeschermingsspecialist voor de Alliancegroep in Nieuwkuijk, ziet de situatie met lede ogen aan. „Springstaarten, bietenkevers, aardvlooien, luizen: ze doken massaal op en dwingen telers om in te grijpen. Hier is zo vaak voor gewaarschuwd. Het verbod op neonicotinoïden leidt ertoe dat de wetgever het tegenovergestelde bereikt van wat zij wil.”

'Neonicotinoïden op één hoop gegooid'

Ook specialist geïntegreerde gewasbescherming Guido Sterk van IPM Impact kan het nog altijd niet begrijpen. Neonics worden volgens hem ten onrechte op één hoop geveegd, terwijl het gaat om verschillende groepen met een verschillende toxiciteit, die bij juist gebruik (waaronder timing) de gewasbescherming juist milieuvriendelijker maken. Net als Oomen vreest hij dat telers zich genoodzaakt zien om weer vaker een beroep te doen op onder meer pyrethroïden. Deze al oude, breedwerkende groep middelen heeft volgens hem absoluut geen plek in een geïntegreerde teelt, waarin juist gestreefd wordt naar een zo goed mogelijk evenwicht tussen natuurlijke vijanden en plaaginsecten. „Pyrethroïden zorgen voor een dierlijke woestijn. Ze doden ook alle nuttigen. Daarom moet je ze minimaal inzetten. In de meeste gewassen zijn er prima alternatieven. Uitzondering zijn de gewassen waar luizen problemen geven bij het overdragen van virusziekten. Vooral in pootaardappelen zie ik de alternatieven nog niet zo snel.”

Lees het volledige artikel in het vakblad Akkerwijzer dat vrijdag 17 mei is verschenen. Vraag hier een gratis proefnummer aan