‘Pootgoedtelers moeten vol aan de bak met selectie’
De situatie in het veld is momenteel erg gevaarlijk, vindt hij. De luizendruk is hoog en de virussituatie in de percelen is ongunstig. „Je zou verwachten dat er al veel geselecteerd zou worden, maar ik zie bijna geen mensen aan het selecteren.”
‘Giftige combinatie’
Hommes denkt dat veel pootgoedtelers de huidige gevaarlijke situatie onderschatten. De hoge luizendruk en de aanwezigheid van virus leiden tot een, zoals hij het noemt, giftige combinatie. „Ik denk dat we eind juni de eerste primaire infecties in het veld kunnen vinden. Een gevolg van de virusoverdracht die nu plaatsvindt.”
Hij roept pootgoedtelers op snel aan de slag te gaan. „Niemand zit te wachten op een nacontrole zoals vorig jaar.” Vorig teeltseizoen is ruim een kwart van het areaal tijdens de nacontrole in klasse verlaagd. Dit hoge percentage was te wijten aan een combinatie van factoren, onder meer luizenvluchten vroeg in het seizoen, te laat selecteren en droogte met als gevolg het slecht zichtbaar zijn van virus.
Druk met opslagbestrijding
Volgens voorzitter Peter Berghuis van de LTO werkgroep Pootaardappelen zijn de telers zich wel degelijk bewust van de gevaarlijke situatie, maar zijn de aardappelen in veel gevallen nog te klein om een goede selectie te doen. „Je kunt virus nu gewoon nog niet zien.” De gewassen zijn iets later dan normaal, waardoor de planten nog kleiner zijn. „Vorig jaar was ik nu al volop aan het selecteren, nu is dat nog niet mogelijk.” De meeste telers hebben nu hun handen vol aan het bestrijden van aardappelopslag in andere gewassen, zegt hij. Berghuis verwacht dat volgende week de selectie los zal barsten.
Berghuis beaamt de zorg van Hommes over de gevaarlijke situatie rond luizen en virus. „Het weer van afgelopen weekeinde was erg gevaarlijk. Ik houd er wel rekening mee dat er nu infecties kunnen ontstaan, maar ik hoop dat het uiteindelijk meevalt.”
Veel luizen in afklop
Bij de eerste afklop eind mei zijn zeer veel virus overbrengende bladluizen gevonden. Met name in Flevoland en Noord-Holland zijn de aantallen bijzonder hoog. Ook de belangrijkste virusoverbrenger, de groene perzikluis, kwam al in grote aantallen voor. Hommes voorziet dat ook de volgende afklop heel ongunstige resultaten zal laten zien.