‘Rapport over bijen bevestigt gevoel en ervaringen van boeren’
De Nederlandse akkerbouw is juist heel intensief bezig met het inzetten van minder schadelijke middelen, stelt Van Wenum. „We hebben in de gewasbescherming heel grote stappen gemaakt. De middelen die we dertig, veertig jaar geleden spoten, waren veel insectonvriendelijker.” Het verbod op de neoniciotinoïden is dan ook een stap terug in de tijd. „Nu moeten we juist weer volvelds spuiten met breedwerkende middelen. Dat willen we niet.”
Uit een onderzoek van Stichting Agri Facts blijkt dat de grootste afname in de bijenstand sinds het jaar 1900 heeft plaatsgevonden bij soorten die zich hebben gevestigd in gebieden met natuur (bos en heide en natuurgraslanden). Volgens de Rode Lijst 2018 zijn 46 soorten bijen verdwenen. Bijna alle soorten waren al verdwenen voor de marktintroductie van neonicotinoïden in 1995. Twee soorten verdwenen vlak erna. Er kon geen relatie worden gelegd tussen de afname van aantallen binnen soorten en het gebruik van neonicotinoïden in de landbouw. Zo bleek geen van de soorten een akker die in gebruik is bij de landbouw als biotoop te kiezen. Hierdoor is het uitgesloten dat een bijennest in de bodem direct in aanraking komt met bestrijdingsmiddel, concludeert Agri Facts.
Neonicotinoïden weer toelaten in bieten
De stichting roept minister Schouten met deze cijfers op nog eens goed te kijken naar het verbod op de neonicotinoïden. „En als ze vindt dat wij gelijk hebben, kan ze deze weer toelaten in de bieten”, vindt vice-voorzitter Jaap Haanstra van Agri Facts. Hij vindt een hernieuwde toelating in de bieten het belangrijkst, omdat in deze teelt de grootste problemen ontstaan.
„Het verbod op de neonicotinoïden helpt de bijenstand niet, zo blijkt uit ons onderzoek.” De minister kijkt met haar verbod de verkeerde kant op als het gaat om de neonicotinoïden, zegt hij. „Wij hebben aangetoond dat de oorzaak van de bijensterfte niet bij de landbouw ligt. Welk argument heb je dan nog om deze middelen nog langer verboden te houden?”
Haanstra benadrukt dat ‘zijn’ stichting onafhankelijk is en geen belangenbehartiger. „Wij controleren de feiten. En we stellen dat besluiten moeten worden genomen op basis van feiten.”