‘Akkerbouwers doen al decennialang aan geïntegreerde teelt’

Tijdens het algemeen overleg over gewasbeschermingsmiddelen vorige week donderdag hoorde hij het opnieuw: de akkerbouw kan nog wel een tandje bijzetten als het gaat om het beperken van milieubelasting. Waarbij geïntegreerde teelt heel eenvoudig werd uitgelegd als een methodiek waarbij gewasbeschermingsmiddelen pas worden ingezet als het echt niet anders kan. Die misvatting wil Ottenheim graag rechtzetten. „Door juist een middel preventief in te zetten, kan een akkerbouwer voorkomen dat hij later curatief moet ingrijpen met zwaardere middelen. Hiermee kan hij extra milieubelasting voorkomen.”
Neonicotinoïden
Hij verwijst naar het verbod op de neonicotinoïden. Hiervan wordt gezegd dat ze schadelijk zijn voor het milieu. Maar door het verbod op deze middelen worden met name bietentelers geconfronteerd met grote schades door insecten en zijn ze gedwongen pyrethroïden in te zetten die een zwaardere milieubelasting hebben.
Wat volgens Ottenheim vaak wordt vergeten is dat akkerbouwers al heel lang op een geïntegreerde manier werken. „Denk aan vruchtwisseling. Dit is een cruciaal onderdeel in een geïntegreerde teelt. Dit past iedere akkerbouwer toe. Het gebruik van gekeurd pootgoed. Lijkt me een basisvoorwaarde voor geïntegreerde teelt. Het afdekken van afvalhopen van aardappelen en uien is verplicht.” En dan heeft hij het nog niet eens over de inzet van mechanische onkruidbestrijding of het werken met beslissingsondersteunende systemen (BOS).
Basisprincipes
„We zijn met z’n allen blijkbaar keihard vergeten dat de akkerbouw veel basisprincipes gewoon geregeld heeft”, zegt Ottenheim. „Er zijn krachten bezig die de akkerbouw blijkbaar negatief willen neerzetten, terwijl deze sector al heel lang bezig is om het milieu te sparen.”
Een overzicht van de teeltvoorschriften die in de afgelopen decennia zijn overeengekomen voor de akkerbouw