
Column: Sam de Visser: ‘Eerste biouien en -peen staan boven’

„We zijn dit jaar begonnen met uien en wortelen te telen op de eerste biologische percelen die door de omschakeling heen zijn. Op de rest van het bedrijf dat in omschakeling is staat luzerne en grasklaver. Na die rustgewassen komt er volgend jaar veel meer biologisch areaal beschikbaar op ons bedrijf. Dan groeit het biologische deel 120 hectare.
In de jonge wortelen en uien hebben we te maken met wat uitval door vreterij. Ik kan niet helemaal nagaan waar dat aan ligt. In de biologische teelt kan je daar weinig tegen beginnen. Voor de peen teelden we grasklaver en voor de uien luzerne. Hoe dat bijdraagt aan de bodemkwaliteit en de productie zullen we later zien. De gewassen staan er nu nog maar net op.
Ik ben al een paar dagen aan het wiedeggen en de kantjes aan het klepelen. Als het biologische deel volgend jaar veel groter wordt, zal het belangrijk zijn daar genoeg capaciteit voor te hebben. Daarom heb ik in wiedmachines geïnvesteerd.
Tijdens de Biovelddag vandaag ga ik nog wat machines bekijken. Voor ons is het belangrijk om de luzernestoppel goed te kunnen bewerken. Van het jaar zit daar extra werk in, want we hebben gedurende de winter bijna geen vorst gehad. De Biovelddag is een goed moment om wat meer over de teelt en de mechanisatie te leren. ’s Ochtends bezoek ik de bijeenkomst van Agrifirm over de mogelijkheden van kringlooplandbouw.
Reisje
Op 3 en 4 juli ga ik mee met een trip naar Duitsland. Samen met nog een biologische teler en twee Wageningse onderzoekers bezoeken we daar de Öko Feldtage. Zo blijf ik een beetje bezig met leren van de biologische teelt.
Van de beslissing om biologisch te worden heb ik geen spijt. De gewone, gangbare teelt staat, naar mijn mening tenminste, te vaak in een kwaad daglicht. Ook voor het gebruik van gewasbescherming vind ik dat onterecht. Met die discussie heb ik nu gelukkig weinig te maken.
Het lijkt me geen goede ontwikkeling dat je straks steeds meer gecontroleerd wordt als gangbare boer. Het voelt of je steeds tegen de stroom in moet zwemmen. Straks moet je de barcode van een middel scannen voor directe registratie bij een perceel. Biologisch heb je het positieve gevoel dat je een beetje met de stroom mee gaat.”
Tekst: Sam de Visser
Beeld: Susan Rexwinkel